noemt men het oudste tijdvak van het Carboon. De naam is ontleend aan de stad Dinant, aangezien in de nabijheid van deze stad aardlagen, die gedurende dit tijdvak zich gevormd hebben, goed ontsloten zijn.
Tot het Dinantien behoort de zgn. Kolenkalk, een kalksteen, die rijk aan fossielen is. De kalkstenen, die zich in het begin van dit tijdvak vormden, zijn donkerder van kleur dan de later gevormde. De eerstgenoemde worden veel als vensterbank, de lichtergekleurde als stoepsteen en trottoirband gebruikt. Even ten Zuiden van de Nederlandse grens, bij Visé, wordt de stoepsteen op vrij grote schaal ontgonnen. Ook zandige leien, die men in Duitsland „Kulm” noemt, behoren tot het Dinantien.