(Latijn: fossilis = uitgegraven) noemt men de overblijfselen van planten en dieren, die in voorhistorische tijden geleefd hebben. Hierbij kan het organisme in zijn geheel of slechts gedeeltelijk bewaard zijn gebleven.
Het is ook mogelijk, dat zijn vroegere aanwezigheid slechts opgemaakt kan worden uit een afdruk, een voetspoor of kruipspoor (z fossilisatie). Ook in dit geval spreekt men van fossielen. Meestal heeft de oorspronkelijke samenstelling van plant of dier mineralogische veranderingen ondergaan.