(scheepsartillerie) is een wrijvingschijfmechanisme dat een essentieel onderdeel vormt van moderne vuurleidings-installaties (Engels: potter’s wheel; Duits: Reibungscheibe).
Het principe van de differentiator is reeds vrij oud. Het toestel bestaat uit een wrijvingschijf, welke met een constant toerental draait. Op deze schijf loopt een loodsrolletje. Dit kan allerlei vormen hebben, zoals een plat schijfje, een of twee kogels in een kooi, enz. De positie van dit loodsrolletje t.o.v. de wrijvingschijf wordt bepaald doordat de kooi, waarin het draaibaar is bevestigd, door een schroefstang kan worden verplaatst. Daar de lineaire snelheid van elk punt van de straal van de wrijvingschijf afhankelijk is van de afstand van zulk een punt tot het midden van de schijf, zal het loodsrolletje meer of minder snel gaan draaien, afhankelijk van de positie van de kooi t.o.v. het midden van de schijf. Staat het rolletje precies in het middelpunt dan draait het in het geheel niet. De beweging van dit rolletje wordt nu overgebracht op een wals. Deze overbrenging heeft een constante verhouding. Het resultaat is nu, dat de as met de wals een willekeurig aantal omwentelingen kan uitvoeren, welk aantal geregeld wordt door de positie van het loodsrolletje t.o.v. de schijf.
Het beschreven wrijvingschijfmechanisme dat is te beschouwen als een vrij universeel toepasselijk meet- en berekenmechanisme, komt dan ook in allerlei gedaanten en op elk technisch gebied voor en kan voor allerlei doeleinden in berekeningsmechanismen worden gebruikt, met name in die waarin problemen over relatieve bewegingen en integratie of differentiatie van metingen naar de tijd worden berekend. Afhankelijk van de toepassing kan de naam van het mechanisme zijn: differentiator, integrator of vermenigvuldigmechanisme.
Om een idee te geven van het gebruik van dit mechanisme bij de vuurleiding wordt hierbij het richtmechanisme van een scheeps-luchtdoel-batterij gegeven. Draait men het handwiel, dan wordt rechtstreeks via het optelraderensysteem de beweging overgebracht naar het kijkersegment. Hierdoor wordt de kijker dus versteld. Tegelijk echter wordt het loodsrolletje versteld, waardoor de wals met een bepaalde snelheid gaat draaien. De beweging hiervan gaat nu ook via het optelraderensysteem naar het segment. Behalve de reeds toegevoerde rechtstreekse eenmalige verstelling van de kijker, zal deze nu verder ook continu worden bewogen.
Stel dat de kijker op het luchtdoel gericht staat. Daar het doel beweegt, zal de kijker ook een beweging moeten uitvoeren om op het doel gericht te blijven. In geval de richtlijn daarbij niet met de juiste snelheid beweegt, zal deze zich van het doel verwijderen. De bedieningsman zal nu een passende beweging aan het wiel geven, waardoor de kijker weer op het doel wordt gebracht, maar bovendien de hoeksnelheid van de kijker wordt versteld. Zo is het mogelijk, zeer snelle luchtdoelen met betrekkelijk weinig moeite te volgen. Men krijgt, door de kijker ziende, immers de indruk, dat het doel slechts langzaam beweegt, omdat het grotendeels automatisch wordt bijgehouden.
Het ware voordeel van dit mechanisme ligt echter in het feit, dat de verschuiving van het loodsrolletje, een direct gegeven vormt voor de bereken-mechanismen, die hier achteraan gekoppeld kunnen worden. De voorhoudhoek bijv., is een element dat, voor een gedeelte, rechtstreeks afhankelijk is van de gemeten hoeksnelheid van het doel. Aangezien nu de hoeksnelheid van de kijker, stellende dat deze op elk ogenblik het doel blijft volgen en dus juist is, wordt bepaald door de positie van het loodsrolletje, en deze op zijn beurt weer afhangt van het aantal slagen dat het handwiel B werd gedraaid, is deze laatste waarde, behoudens de nader te noemen meetvertraging, direct te gebruiken in de berekenmechanismen.
Daar de totale beweging van de kijker echter is samengesteld uit de directe beweging afkomstig van handwiel, alsmede de geïntegreerde beweging (afkomstig van de wrijvingschijf en de positie van het loodsrolletje) is de laatste bij veranderlijke hoeksnelheden niet overeenkomstig de ware hoeksnelheid op elk willekeurig ogenblik, doch overeenkomstig de hoeksnelheid welke bijv. ⅕ sec. geleden gold. Deze vertraging in de meting is constant daar ze afhankelijk is van de constructie van het mechanisme. (zie vuurleidinginstallatie).
G. J. PLATERINK