Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DÍAZ-PLAJA, Guillermo

betekenis & definitie

Spaans dichter, essayist en literair criticus (Manresa, prov. Barcelona 1909), studeerde rechten en letteren aan de Universiteit van Barcelona.

Hij is een Catalaan, die echter èn in het Spaans èn in het Catalaans publiceert. Hij doceert thans Spaanse taal en letterkunde aan de Universiteit van Barcelona. Als literair criticus heeft hij zich allereerst beziggehouden met Rubén Darío. Zijn Rubén Darío, la vida, la obra: notas críticas (1930) is, ofschoon een jeugdwerk, nog altijd zeer lezenswaardig. Vervolgens wijdde Díaz-Plaja zich aan onderwerpen uit de oudere en nieuwere Spaanse letteren en uit de Spaanse romantiek. Streeft hij als criticus angstvallig naar de analyse, als essayist verstout hij zich tot een synthese te geraken. Van zijn bundels essays vermelden we El arte de quedarse solo y otros ensayos (1936) en La ventana de papel (1939). In het Primer cuaderno de poetas (1941), Carmen Granadí (1945) en Intimidad, poesía (1946) ten slotte heeft hij zich als een fijnzinnig dichter doen kennen. Aan de criticus Díaz-Plaja danken we een uitstekende historie van La poesía lírica española (1937, herdrukt in 1948). Zijn Introducción al estudio del Romanticismo español (1936) verwierf de „Premio Nacional de Literatura 1935” en werd in het Duits vertaald (1944). De drie essays die El espíritu del barroco (1941) vormen, werden in Spanje veel besproken. Als rechtgeaard Spanjaard is ook Díaz-Plaja een onverbeterlijke polygraaf. De volledige lijst van zijn publicaties telt reeds meer dan vijftig items, terwijl de auteur nog geen veertig jaar oud is. Ten slotte noemen we zijn laatste critische studie over Federico García Lorca (1948).PROF. DR C. F. A. VAN DAM

Bibl.: G. D.-P., Ensayos escogidos, Madrid (Aguilar) met een „Ficha biográfica y bibliográfica” van de auteur, vóór in het boek.

< >