Sir, Schots sterrenkundige (Aberdeen 12 Juni 1843 Londen 24 Jan. 1914), die grote roem verwierf op het gebied der practische astronomie, was van 187 2-’76 als oprichter en leider van de sterrenwacht van Lord Lindsay te Dun Echt werkzaam en werd in 1879 benoemd tot „His Majesty’s Astronomer” en directeur van de sterrenwacht te Kaap De Goede Hoop, waar hij tot 1906 bleef. Onder de grote werken die hij daar tot stand bracht behoort de zgn. Cape Photographic Durchmusterung, die tot stand kwam door een jarenlange samenwerking tussen Gill en J.
C. Kapteyn te Groningen. Heel belangrijk werk werd onder Gill’s leiding gedaan aan de bepaling van fundamentele posities van zuidelijke sterren. Belangrijk waren ook zijn voor die tijd buitengewoon nauwkeurige bepalingen van parallaxen van vaste sterren, van de afstand van de zon en van de posities van Jupiter’s satellieten, welke laatste er de aanleiding toe vormden, dat de latere directeur der Leidse Sterrenwacht, W. de Sitter, die gedurende enige jaren assistent op de Kaapse sterrenwacht was, zijn uitgebreid theoretisch werk op dit gebied begon.
Ten slotte mogen genoemd worden zijn bemoeiingen op geodetisch terrein in verband met de triangulatie van Zuid-Afrika; aan zijn onvermoeibaar streven is het voor een groot deel te danken, dat de meridiaan 30° Oost van Greenwich in Zuid-Afrika over een lengte van 24 graden gemeten werd.Lit.: G. Forbes, D. G. man and astronomer (London 1916); Monthly notices of the Royal Astron. Soc.
LXXV (1916).
