Amerikaans geleerde en hoog ambtenaar (Morton, Ill, 8 Juli 1899), studeerde o.m. in Harvard en vestigde zich als advocaat in Chicago. In 1933 trad hij toe tot de directie van de Tennessee Valley Authority, waarvan hij van 1941 tot 1946 voorzitter was; men mag hem beschouwen als de grote organisator van wat binnen en buiten de V.S. als een van de indrukwekkendste prestaties van Amerika wordt beschouwd.
In Oct. 1946 werd hij benoemd tot voorzitter van de Amerikaanse Atoomcommissie, welke benoeming eerst na felle strijd in Apr. 1947 door de Senaat werd goedgekeurd. Lilienthal had in deze positie hevige aanvallen van reactionnaire zijde te doorstaan, aanvallen, welke niet alleen zijn bekwaamheid, maar ook zijn politieke betrouwbaarheid en karakter aantastten; een officieel ingesteld onderzoek leidde tot volledig eerherstel. Op 23 Nov. 1949 diende Lilienthal zijn ontslag in bij president Truman, die het „met het grootst mogelijke leedwezen” aanvaardde; in 1950 trokken zijn lezingen, te New York over het atoomprobleem gehouden, zeer de aandacht. Van zijn hand verschenen o.m. TVA: Democracy on the March (1944) en This I Do Believe (1949).PROF. DR J. PRESSER
Lit: Willson Whitman, D. L. (1949).