rijk in Sumatra, met hoofdstad bij het tegenwoordige Palembang, hetwelk, opgekomen in de 7de eeuw, lange tijd de grote macht in het westelijk deel van de Indische Archipel was, dank zij de wijze, waarop het de zeestraten en daarmede de handelsweg tussen Indië en China beheerste. Sinds de 11de eeuw kreeg het een gevaarlijke concurrent aan Java, waarvoor het in de 13de eeuw moest bukken.
Lit.: G. Ferrand, L’empire Sumatranais de Çrîvijaya (Paris 1922); Krom, Hindoe-Javaansche geschiedenis (’s-Gravenhage 193O; R- C. Majumdar, Suvamadvipa (1937); K. A.
Nilakanta Sastri, Sri Vijaya, Bull, de l’École franç. d’Extrême Orient, XL (1940), p. 239-310.