Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Cornelis anthony jacobus DISHOECK

betekenis & definitie

van, Nederlands uitgever (Zierikzee 22 Apr. 1863 -Bussum 15 Nov. 1931), zoon van een boekhandelaar, drukker-uitgever te Zierikzee, in 1889 opgenomen in de firma Blankenberg & Co te Leiden, deed van 1898 af onder eigen naam zaken te Amsterdam, sinds 1903 te Bussum. Hij gaf zeer vele werken uit van de beste letterkundigen, o.a.

Boutens, Goenen, Heijermans, De Meester, Van Oordt, Gorter, Van Eyck, A. Roland Holst, M. Nijhoff, Slauerhoff. In 1903 stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen, waarna ook talrijke Vlaamse werken bij hem het licht zagen, o.a. van Vermeylen, Teirlinck, Buysse, Vermeersch, Van de Woestijne, Sabbe.Met de meesten zijner auteurs onderhield hij vriendschapsbanden. Om zijn literair onderscheidingsvermogen genoot hij onder hen groot aanzien. In 1928 werd zijn zaak omgezet in een naamloze vennootschap, waarbij zijn zoon A. M. E. van Dishoeck als mede-directeur optrad; in 1942 kreeg de zaak de vorm van een commanditaire vennootschap, waarin de kleinzoon van de stichter, C. A. J. van Dishoeck, in 1949 mede-vennoot van zijn vader werd.

< >