Comm. is de naam van een plantengeslacht uit de familie van de Lelieachtigen ( Liliaceeën) en wel uit de groep der zgn. boomachtige Liliaceeën, waarbij door een bijzondere soort van secundaire diktegroei een meer of minder flinke stam tot ontwikkeling komt. Het omvat een 20-tal soorten met een fraaie, op die van palmen gelijkende kroon van gaafrandige, lange, zwaard- of lijnvormige bladeren en een rijk van bloemen voorziene eindelingse bloempluim.
De bloemdekbladeren zijn aan de voet vergroeid en de vrucht is een veelzadige bes. De Cordylinen behoren merendeels thuis in Australië en op de eilanden van de Grote Oceaan. Verschillende soorten behoren tot de bladsierplanten, zo C. australis Hook. f. met 5-10 cm brede, en C. indivisa Steud. met 2-4 cm brede bladeren, beide uit Nieuw-Zeeland afkomstig en als oranjerieplanten te behandelen. Kuipen met oude exemplaren van G. australis met een lange, dikwijls vertakte stam maken des zomers in een tuin een fraai effect.
Van de laatstgenoemde soort bestaan vele cultuurvormen.