Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CONTRABAS

betekenis & definitie

is een strijkinstrument, dat van de nog in gebruik zijnde vormen het laagste toongebied bestrijkt. Bij vergelijking van de klankkast met die van de viool en de violoncel kan men — o.m. aan de afhangende schouders en de brede randen (zargen) — opmerken, dat de contrabas tot een ander bouwtype behoort, nl. tot het viola da gamba-type.

Pogingen om de contrabas ook volgens het bouwtype van de vioolfamilie te construeren hebben alleen in Italië ingang gevonden. De notatie geschiedt een octaaf hoger dan de werkelijke klank. De hoogste tonen worden wel in de tenorsleutel genoteerd.

De eerste echte contrabassen dateren uit de tweede helft van de 16de eeuw. Ongeveer een eeuw later wordt het instrument als vast bestanddeel in het orkest opgenomen. Zowel de stemming als het aantal der snaren hebben tot ca 1800 tal van wijzigingen ondergaan. In de 19de eeuw werd een viersnarige bas, gestemd e-a-d-g, gebruikelijk.

De c-snaar werd daaraan pas in de 20ste eeuw toegevoegd.

Lit.: Gurt Sachs, Reallexikon (Berlin 1913).