een Romeinse rechtsterm, is afgeleid van condicere, d.i. oorspronkelijk aanzeggen, aankondigen, en omdat in het oudste Romeinse proces (per legis actiones) een rechtsvordering gericht op het geven (dare) van een bepaalde zaak (certum) begon met de aanzegging door de eiser aan de gedaagde om na dertig dagen wederom voor de praetor (in iure) te verschijnen om een rechter aan te wijzen (legis actio per condictionem), wordt in het latere redit de term condicere en ccndictio gebruikt voor het instellen van een civielrechtelijke persoonlijke actio gericht op dare oportere, later ook op fieri oportere, waarbij in de formule de rechtsgrond van de aanspraak niet genoemd wordt (zie Gaius, Instit. 4. 17b en 18). Nog in de hedendaagse juridische terminologie wordt het woord condictio vaak gebruikt in de zin van een persoonlijke terugvorderingsactie in tegenstelling tot een zakelijke, zoals de terugvordering van eigendom (reivindicatie).
Lit.: J. C. van Oven, Leerb. v. Rom. Privaatr., 2de dr. (1946), blz. 204 v.v.; R.
Monier, Manuel élém. de droit romain, dl II (4 ed. 1948), blz. 210 w.; F. de Visscher, La condictio et la procédure formulaire (Gand 1923); J. C. Naber, De begrippen condictio en repetitio, in Themis 1892.