(of Bandes ) (Benden van Ordonnantie), vormden in Frankrijk en in de landen van het Bourgondische Huis het eerste staande leger naast de troepen van de koninklijke of hertogelijke hofhouding. Tijdens de Honderdjarige Oorlog heeft de regering van Karel VII van een wapenstilstand gebruik gemaakt om een hervorming van de strijdmacht bij ordonnantie van 9 Jan. 1445 aan te kondigen en bij andere ordonnanties in de loop der volgende maanden ten uitvoer te brengen: een deel van de tuchteloze krijgsbenden werd afgedankt, de bruikbaarste elementen werden verenigd in nieuwe compagnieën d’ordonnances of de l’ordonnance du roi.
Deze geautoriseerde compagnieën, over garnizoenen verdeeld, ontvingen van landswege onderhoud en soldij, waren aan inspecties onderworpen en stonden onder bevel van door de koning benoemde en afzetbare kapiteins, doorgaans aanzienlijke edellieden. In theorie telden zij ieder ioo „lansen”, eenheden van zes ruiters (onder wie twee non-combattanten), gecommandeerd door ae zwaar gepantserde homme d’armes, die, evenals vaak ook de twee bereden boogschutters, een edelman was. Tactisch traden de verschillende wapens doorgaans afzonderlijk op. Het aantal van deze benden, aanvankelijk wellicht 15, is nog onder Karel VII en later uitgebreid, evenals het effectief per „lans”; het aantal „lansen” per compagnie vertoonde daarentegen een neiging tot dalen. Naast de compagnieën de la grande ordonnance werden weldra ook minder begunstigde compagnies de la Petite ordonnance ingesteld, waarvan het getal sterk wisselde, terwijl de militie der francs -archers (1448) het benodigde voetvolk zou moeten opleveren. De compagnies d’ordonnances, die men had opgericht om, met een minimum aan overlast voor de bevolking, voor de duur van de oorlog over geregelde troepen te kunnen beschikken, zijn in dienst gehouden en de permanente kern van het leger geworden, waaromheen zich in geval van oorlog de heerban en, in toenemende mate, gehuurde beroepssoldeniers groepeerden.
Evenzo is de belasting waarvan de benden van ordonnantie bekostigd werden, de taille des gens d’armes, bestendigd. In de 17de eeuw zijn deze compagnieën verdwenen ; de hommes d’armes of gendarmes zijn onder Lodewijk XIV samengevoegd tot een kurassiersregiment van de koninklijke garde. in de Bourgondische landen heeft Karei de Stoute dit voorbeeld gevolgd. Om in de behoefte aan een blijvende troepenmacht te voorzien, richtte hij, na enig geëxperimenteer, bij ordonnantie van 31 Juli 1471 twaalf compagnies d’ordonnances op, die uit algemene beden werden betaald. Dit aantal is vergroot en de inrichting is minutieus geregeld bij ordonnanties van 1472, 1473, 1475 en 1476.
Het voornaamste verschil met de Franse organisatie betrof de samenstelling van de „lans”, die hier negen man telde, van wie drie onbereden: een voetboogschutter, een klovenier en een piekenier. De compagnie, nominaal ioo „lansen”, aangevoerd door een kapitein of conductier (v. It. condottiere), was aanvankelijk ingedeeld in 10 dizaines, later in 4 escadres à 4 chambres', te velde vormden de 300 bereden boogschutters 4 escadres en de 300 man voetvolk 3 centaine. In de 16de eeuw werd de infanterie uit de compagnieën verwijderd; bij ordonnanties van 26 Nov. 1545 en 12 Oct. 1547 werd het aantal „lansen” bepaald op 600, ieder van vyf ruiters, verdeeld over 14 tot 15 compagnieën van ongelijke sterkte. Bij het uitbreken van de opstand tegen Spanje waren de benden van ordonnantie, waarbij de Nederlandse ridderschap diende, de enige „nationale” troepen die beschikbaar waren, maar juist hierom werden zij door de regering niet betrouwbaar geacht. In de Tachtigjarige Oorlog hebben zij geen rol van betekenis meer gespeeld.
DR A. G. JONGKEES
Lit.: F. Lot, L’art militaire et les armées au Moyen-Age II (Paris 1946), blz. 78 vlg., 114 vlg.; E. Cosneau, Le connétable de Richemont (Paris 1886), blz. 355 vlg.; G. Guillaume, Hist. de l’organisation milit. sous les ducs de Bourg. (Bruxelles 1848; Mém. couronn. de 1’Acad. roy. de Belg. XXII); Idem, Hist. des bandes d’ordonnance des Pays-Bas (Bruxelles 1873; Mém. etc. XL); M. de La Chauvelays, Les armées de Charles le Tém. dans les Deux Bourgognes (Paris 1879).