Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

COMMUTATOR

betekenis & definitie

is een instrument, waarmee men de electrische stroom van richting kan doen veranderen, openen of sluiten. Die van Ruhmkorff bestaat uit een cylinder van eboniet, waarop twee diametraal tegenover elkaar liggende stroken messing zijn aangebracht.

De as, waarmede de cylinder gedraaid wordt, gaat er niet als één geheel doorheen, maar bestaat uit twee stukken, waarvan het éne met de éne messingstrook, het andere met de andere is verbonden. Eveneens zijn beide delen van de as met toe- en afvoerdraden van de bron, welke de stroom levert, verbonden. Tegen de cylinder drukken eindelijk verende platen van messing, die van klemschroeven zijn voorzien. Is de stroom gesloten en drukken deze verende platen juist tegen de messingstroken op de cylinder van eboniet, dan vindt die een gesloten weg en kan van de klemschroeven der verende platen worden weggeleid.

Drukken deze echter tegen het niet-geleidende eboniet, dan wordt de stroom onderbroken. Draait men eindelijk de cylinder een halve slag, zodat bijv. de messingstroken, die met de verende platen in aanraking zijn, van plaats verwisselen, dan verwisselt de stroom, na onderbroken te zijn geweest, van richting. Een ander instrument, waarbij men hetzelfde bereikt door de toe- en afvoerdraden in verschillende schaaltjes met kwik te dompelen, is dat van Pohl (kwikcommutator). In de sterkstroomtechniek hebben de commutators de vorm van electrische schakelaars en noemt men deze omschakelaars. Ook noemt men de collector van gelijkstroomdynamo’s en motoren wel commutator; het is dan een veel meer samengesteld onderbrekingstoestel (z gelijkstroomdynamo). PROF. IR E. J. F.

THIERENS.

< >