(Engels) betekent letterlijk boerenlummel of hansworst. In de 17de eeuw vervulde hij een comische rol op het toneel; ook Shakespeare heeft clownsrollen in zijn stukken geschreven.
Later is de clown slechts opgetreden in circussen en variété’s. Velen zijn flauw (August de Domme), maar er zijn ook grote kunstenaars onder, bijv. Grock, de Fratellini en de Nederlander Buziau. Het wezen van de clown is: gemoedsgewaarwordingen precies zoals alle andere mensen die hebben, uit te drukken in groteske vorm.De clown is een der vrolijke personen van het Engelse toneel, verwant met de Duitse Hanswurst en de Spaanse Gracioso. Hij deed in het begin der 16de eeuw voor het eerst van zich spreken, verscheen vervolgens ook in de tragedie, tot hij als potsenmaker in de pantomime en vervolgens in het circus terechtkwam. Hier treedt hij vnl. op bij veranderingen, in dressuur-nummers en gesprek scènes, in hoofdzaak om hiaten in het programma te vullen. August de Domme was een bijzondere clownsfiguur, die eigenlijk een navolging is van de geparodieerde stalmeester, die Tom Belling schiep.
De clown is in de regel uitgedost in een zonderling gewaad, bestaande uit een afzakkend costuum, is in het gelaat met vreemde kleurplekken beschilderd, en draagt een fel-gekleurde, soms getrucqueerde pruik. De clownsfiguur die verwant is met de Franse Pierrot, draagt een wit costuum, met donzen ballen als knopen, heeft een witgemaakt gelaat en bedekt zich het hoofd met een wit, puntig mutsje; de clownsfiguur die verwantschap toont met de Harlekijn-figuur uit de Commedia dell’ Arte, draagt een strak om het lichaam sluitend costuum van grote ruiten, een masker en een kapje met pauwenveer.