zijn de beginwoorden van de bul, die paus Bonifacius VIII in 1296 uitvaardigde en waardoor op straffe van excommunicatie aan geestelijken verboden werd zonder pauselijke machtiging geldelijke bijdragen of tienden aan koningen te geven en aan deze om ze te ontvangen. Deze bul was het gevolg van het voortdurend protest van een deel der Franse geestelijkheid tegen de willekeur en het ondraaglijk hoge van de belastingen, die aan de kerk en de geestelijkheid werden opgelegd vooral om de oorlogen van koning Philips de Schone tegen Engeland te kunnen betalen.
De bul, die slechts de besluiten van het Lateraans Concilie van 1215 hernieuwde, maar niet erg gelukkig was in de formulering, lokte strenge tegenmaatregelen van de koning uit, die echter door een tegemoetkomende houding van Bonifacius weer werden ingetrokken. In 1301 ontbrandde de strijd echter weer in alle hevigheid. In zijn bul Salvator mundi trok de paus toen de verzachtingen van de bul Clericis laicos weer in en in de bul Ausculta fili riep hij Philips de Schone ter verantwoording (z bul en bullarium; voorts (kard.) J. de Jong, Kerkgeschiedenis, dl II (1947), 222.P. H. L. VAN DER LAAN.