Het beginsel van clearing is, dat vorderingen en schulden onderling worden verrekend, zodat betaling in zoverre onnodig is. Het volgende voorbeeld moge ter illustratie dienen.
Stel A heeft van B ƒ 100 te vorderen, B van C ƒ 120, en C van A ƒ go. C kan nu zijn schuld aan B gedeeltelijk voldoen door zijn vordering op A, nl. ƒ 90 over te dragen aan B. B op zijn beurt kan op dezelfde wijze met A een bedrag van ƒ 90 met gesloten beurzen verrekenen. Het deel van de schulden dat met contanten moet worden betaald wordt hierdoor gereduceerd tot ƒ 30 + ƒ 10 = ƒ 40.Men onderscheidt geldclearing, goederenclearing en effectenclearing, waarvan de eerstgenoemde verreweg de belangrijkste is. Geldclearing vindt plaats in het binnenlandse- en het buitenlandse betalingsverkeer.
Van de geldclearing in het binnenland treedt vooral de bankclearing op de voorgrond. De banken in een bepaalde plaats gevestigd, hebben dikwijls de gewoonte een aantal keren per dag hun wederzijdse vorderingen en schulden, te verrekenen. In Nederland vindt dit bijv. in Amsterdam en Rotterdam plaats in het gebouw van De Nederlandsche Bank. Resterende saldi worden overgemaakt door overboekingen van de rekeningen van deze banken bij de Nederlandsche Bank.
In Londen vindt de bankclearing plaats bij een aparte instelling, Clearing House genaamd.
In het internationale betalingsverkeer is men vaak gewoon van clearing alleen te spreken bij de wettelijke clearing, welke in de depressiejaren na 1930 tot stand kwam. In wezen vond clearing ook plaats in landen met een vrij betalingsverkeer. Deze clearing kwam a.h w. spontaan en multilateraal tot stand. Wissels en cheques op het buitenland, bijv. door exporteurs, verkregen, werden op vrije markten verhandeld en gekocht door hen, die betalingen aan het buitenland moesten doen, dus bijv. door importeurs.
Slechts een saldo na deze verrekening overblijvende, moest over het algemeen aan het andere land in goud worden betaald, indien althans geen crediet werd verleend. Op overeenkomstige wijze als in het bovenstaande geval van 3 personen, die onderling compenseren, vond clearing van wissels en cheques plaats tussen verschillende landen, vandaar de naam multilaterale clearing. In Nederlands bezit zijnde cheques op Engeland werden dus bijv. te Londen omgezet in cheques op Frankrijk en de laatste werden te Amsterdam door Nederlandse importeurs gekocht voor betaling van hun Franse schulden.
De wettelijke clearing ontstond, toen tijdens de economische depressie een aantal valuta-arme landen, in verband met begeleidende betalingsbalansmoeilijkheden, ertoe overging het buitenlandse betalingsverkeer onder controle te stellen. Ingezetenen, die vorderingen op het buitenland verkregen, moesten deze bij een aangewezen instantie inleveren. De overheid wees deze deviezen toe aan diegenen, die zij hiervoor in aanmerking wenste te doen komen. Deze overheidspolitiek hield vaak in. dat slechts deviezen beschikbaar werden gesteld voor betaling van nieuwe aankopen en niet voor betaling van reeds bestaande schulden.
Als verweer tegen dit laatste stelden de crediteurlanden wettelijk verplichte clearing in, hetzij zonder verdrag, hetzij met verdrag met de eerstgenoemde landen. Deze beide vormen van wettelijke clearing worden als autonome resp. conventionele clearing aangeduid. Hun karakter is opzettelijk en bilateraal. In Nederland verkreeg de regering de bevoegdheid tot het instellen van clearing door de Wet Internationaal Betalingsverkeer (1933).
Belangrijk was vooral de Nederlandse clearing met Duitsland (1934-1941). Betalingen aan dit land door Nederlanders moesten worden gestort bij het Nederlandsche Clearing Instituut; dit Instituut betaalde uit aan diegenen, die recht hadden op betalingen uit Duitsland (waar de debiteur al in R.M. bij het daar gevestigde clearing instituut had gestort). Daar de ontvangsten van het Nederlandsche Clearing Instituut achterbleven bij de te verrichten uitbetalingen, ontstond er een wachttijd; pas na zekere tijd ontvingen dus bijv. exporteurs het bedrag van hun vordering. Hierbij deed zich soms een verschijnsel voor dat wel werd aangeduid als spiegeleffect.
Indien nl. een exporteur crediet verleende aan een Duitse importeur werd de wachttijd van anderen, die wellicht contant hadden verkocht, verlengd. Het stond de overheid vrij uitzonderingen op de getroffen betalingsregeling toe te staan. Een vorm hiervan is de particuliere compensatie. Voor goederen, meestal liggend buiten het normale handelsverkeer, wordt dan aan de betreffende handelaren vergunning verleend tot de ruil van een bepaalde partij goederen uit het ene tegen een bepaalde partij goederen uit het andere land, buiten de clearing om.
In al die landen, waar, na Wereldoorlog II, het deviezenverkeer is gereglementeerd, en inlevering van vorderingen op het buitenland verplicht is, terwijl deze weer door de overheid worden toegewezen aan hen, die voor betaling vergunning krijgen, vindt in wezen eveneens clearing plaats.
Bij multilaterale clearing denkt men echter thans vnl. aan de verrekening te Bazel, tussen een aantal Europese landen (de zgn. E.R.P. Landen; Z Marshall-plan), die bij de Internationale Bank aldaar, het zgn. compensabele gedeelte van hun onderlinge, uit handelsverkeer ontstane, saldovorderingen en -schulden compenseren.
J. C. BREZET
Lit.: H. A. Seiler, Economische gevolgen der Nederlandsche Clearingverdragen (1937); S. Korteweg en F.
A. G. Keesing, Het moderne geldwezen, hfdst. IX (2de dr. 1947); Het gebonden internationale betalingsverkeer; M.
H. Ekker, Over het evenwicht in een systeem van internationale handelsbewegingen en de multilaterale compensaties in ,,Economisch Statistische Berichten” van 8 en 15 Dec. 1948.