is een aetherische olie, afkomstig van een Myrtaceae (Myrteachtige) Pimenta acris Lindl. die in tropisch Zuid-Amerika en WestIndië thuishoort en vaak in warme kassen gekweekt wordt. Het is een 6-14 m hoge boom met tegenoverstaande bladeren; aan de einden der takken staan de kleine, witte bloemen met veel meeldraden in schermvormige trossen in de oksels der bladeren.
Men wint de olie uit de bladeren en de jonge takeinden vooral op St Thomas, St Jan, Mont Serrat, Dominicus en St Lucia. Het rendement bedraagt 1,2-3 Pct uit vers en 2,5-3,5 pet uit gedroogd blad. Bij de destillatie scheidt zich een deel van de olie op het oppervlak af en een deel bezinkt. De normale olie behoort een mengsel van deze lichte en zware olie te zijn en een s.g. van 0,965-1,010 te hebben. Uit de bessen van Pimenta officinalis Linn. bereidt men de zgn. pimentolie, met een s.g. 1,024-1,056, die naar kaneel, nootmuskaat en peper geurt en daarom in Engeland en Amerika ook ,,A11 spices oil” genoemd wordt. Bayolie is een gele, aan de lucht spoedig bruin wordende vloeistof, die aangenaam naar kruidnagels geurt en scherp smaakt.
Het voornaamste bestanddeel is eugenol (g5 pet), dat er in hoger percentage in voorkomt, naarmate men de destillatie langer voortzet. Men gebruikt de bayolie vooral voor de bereiding van kosmetische preparaten en voor de bereiding van zgn. bayrum, die als verfrissend parfum, als haarmiddel en als voorbehoedmiddel tegen huidziekten en muskietenbeten gebruikt wordt en tevens als voedingsen genotmiddel.Lit.: E. J. Parry, Chem. of Essential Oils, Vol. I (1918), p. 364-369*
