(Chinees kust-jargon), Wonk (Chinees) of Chinese Keeshond, een hondenras dat in China overal en in verschillende grootte voorkomt. De dieren die op het eind der 19de eeuw, in het begin van de 20ste en nog in de laatste jaren naar Europa kwamen, waren kleiner dan de tegenwoordige winners op de tentoonstellingen, hadden een spitser toelopend en minder zwaar hoofd en waren effen van kleur, de rode steenrood.
Men heeft in Groot-Brittannië het machtige leeuwenhoofd ontwikkeld en de rijke beharing. Als alle kezen draagt de Chow Chow de staart gekruld over de rug. Zijn taak is bewaking van huis, rijstveld, soms verafgelegen, van voertuig, jonk en kustvaarder. In het N. zouden zware vormen voor drijfjacht en voor trekken worden gebruikt.
Wit ziet men niet meer, de gezochte kleur is rood; ook blauw trekt aan, zwart minder. Merkwaardig is, dat alle slijmvliezen van dit ras, dus o.a. de tong, paars zijn. Als huisgenoot is hij wonderlijk, men merkt hem niet op, hij loopt nooit in de weg, ziet en weet alles, is streng zindelijk, gedoogt de anderen en bezoekers, maar geeft heel zijn groot hart aan slechts één mens, die hij kiest. De jonge Chow is bijzonder aantrekkelijk; voor de meeste mensen echter is het ras te stil (z kezen).
