P. Brown is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Sterbladigen (Rubiaceeën), verwant met het geslacht Coffea. Het onderscheidt zich door een kleine, 5-tandige, blijvende kelk, een trechtervormige, 5-delige bloemkroon, 5 korte meeldraden, een onderstandig vruchtbeginsel uit 2 (of meer) vruchtbladen, elk met 1 hangende zaadknop, en een enigszins samengedrukte, met de kelk gekroonde bes met 2 zaadjes.
Het omvat een aantal, meest klimmende, heesters met onbehaarde, ovale of langwerpige, tegenovergestelde bladeren met brede steunblaadjes en met geelachtig-witte, in de oksels geplaatste bloemtrossen. Zij groeien in tropisch Amerika en op de eilanden van de Stille Oceaan. De meest bekende soort is wel C. racemosa L., voorkomend in West-Indië, Mexico en Florida en van welke de zgn. cainca-wortel afkomstig is, een cylindervormige, 1-2 cm dikke, knoestige, gekromde wortel met een dunne, harsrijke, grauwbruine, rimpelige bast, die als middel tegen de gevolgen van slangenbeet wordt gebruikt. Het werkzame bestanddeel van deze wortel is het cainca-zuur.
C brachiata Ruiz. et Pavon (syn. C. anguifuga Mart.), een verdere meer bekende soort, uit Zuid-Amerika, is daar als middel tegen slangenbeet bekend.