woordelijk vertaald: „Heet water van thee”, is een ceremoniële wijze van het nuttigen van thee in Japan, welke berust op elementen van het Zenboeddhisme (z Japan, godsdiensten), contemplatie, verdieping en sereniteit. Hoewel deze ceremonie volgens Chinese en Japanse bronnen geleidelijk in Zuid-China tot stand kwam om de slaperigheid der priesters te bestrijden bij de meditatie-oefeningen in de Zenkloosters, is haar oorsprong vermoedelijk veel ouder.
Gedurende de Kamakoera-periode (11921333) werd zij door de priester Eisai in Japan ingevoerd. Onder de Asjikaga-sjögoens (13361573) verkreeg zij een meer profaan karakter, waarbij zich de grootste weelde ontplooide en fortuinen werden besteed. Het was Sen no Rikioe, die als essentieel element voor de ceremonie de eerbied voor het klassieke propageerde en de thans nog in gebruik zijnde gebruiken codificeerde. Hoofddoel is de vermoeide en verwarde geest te ontdoen van zorgen, kracht te schenken voor rustige verdieping en de beoefenaar de saamhorigheid met de natuur terug te doen vinden bij het drinken van thee in een zeer eenvoudig vertrekje, waar gasten en gastheer de aesthetische eigenschappen van de weinige kunstvoorwerpen, die zich daar bevinden — zoals theekop, theepot, schilderij in een nis (tokonoma) en bloemstuk — bespreken.Er is geen instelling in Japan die de cultuur van het volk gedurende de laatste eeuwen zozeer heeft beïnvloed als cha-no-yu. Buiten het organisatorisch verband met Zen heeft zij in alle intellectuele kringen in Japan haar weg gevonden en haar invloed is diep doorgedrongen in de details van het alledaagse leven, terwijl zij een groot aandeel neemt in de vorming van smaak en gewoonten. Zonder kennis van de geest van cha-no-yu zou men Japans kunst niet begrijpen. Zij vindt uitdrukking in de architectuur, de meubilering, tuinaanleg, het snoeien van dwergboompjes, het schikken van bloemen ikebana).
Zij doet haar schoonheid reflecteren in het dagelijks leven en leert alle werkzaamheden te verrichten op eenvoudige, economische wijze, de schoonheid te waarderen in eigen handeling en in die van anderen, welke wordt geaccentueerd door het rhythme van de beweging welke ieder werk eist, door de structuur, de kleuren en de vorm der gebruiksvoorwerpen. Zij is nauw verbonden met ethiek en religie en tracht de verhouding van de mens tot de natuur tot uitdrukking te brengen.
PROF. DR C. C. KRIEGER
Lit.: Suzuki, Manual of Zen buddhism; Satomi, Discovery of Japanese Idealism; Okakura Kakuzó, The book of Tea; Fukukita, Tea Cult of Japan (Tourist Library I).