(ook Creuziger), Luthers kerkhervormer (Leipzig 1 Jan. 1504 - Wittenberg 16 Nov. 1548), werd na zijn studie te Wittenberg op aanbeveling van Luther in 1525 rector en predikant te Maagdenburg en drie jaar later hoogleraar te Wittenberg. Hij stond Luther bij in zijn Bijbelvertaalwerk, nam vele preken van Luther stenografisch op en gaf deze uit, evenals hij met Georg Rörer de eerste delen van de Wittenberger uitgave van Luther’s werken verzorgde.
Hervormer van Leipzig. Zijn gelijknamige zoon, Caspar de jonge (1525-1597), werd eveneens hoogleraar te Wittenberg, moest echter wijken wegens zijn crypto-calvinisme en werd toen president van het consistorium te Kassei in Hessen, dat Calvinistisch was.Lit.: O. G. Schmidt, G. C.’s Leben (1862); Th.
Pressel, in: Leben und ausgewählte Schriften der Väter und Begründer der luth. Kirche, dl 8 (1862); H. Petrich, G. (1904).
