is een graafschap in het Z. van Wales, langs de Cardiganbaai van de Ierse Zee, van de Dovey in het N. tot aan de Teifi in het Z. Het telt op een oppervlakte van 1793 km2 een bevolking van (1947) 52 000 inw., waarvan (1939) 67 pct nog Wels verstaat.
Het land is bergachtig, met glaciale vormen als gevolg van de bedekking van dit gebied met landijs tijdens het plistoceen. De voornaamste rivieren zijn de Dovey, de Rheidol, de Ystwyth en de Tivy. De boomgrens ligt laag, zodat de heidevelden en armelijke bergweiden het landschap domineren. Van de totale oppervlakte was (1946) slechts 21 pct als bouwland in gebruik, 32 pct als wei- en hooiland, 40 pct bestond uit natuurlijke weidegronden (rough grazings).
De veestapel telt 65 000 runderen, d.i. 46 per 100 acres (Engeland 50 per 100 acres permanent grasland), doch vooral schapen, nl. 326000 stuks, d.i. 103 per 100 acres permanente en natuurlijke weiden (Engeland 90 per 100 acres). Hoofdvrucht van de akkerbouw is haver; daarnaast neemt klaver een grote oppervlakte in. De hoofdstad is Cardigan, de volkrijkste plaats echter Aberystwyth.
