beroemd Indisch dichter (gest. 1192), wiens werk behoort tot de oudste periode der Hindï-literatuur en nu nog als klassiek doorgaat. Hij stamde uit een oud geslacht van barden en was hofdichter van vorst Prithviraj van Ajmer en Delhi, wiens daden hij bezong in het Prith(v)ïrdj(a) Rdsau, dat 69 boeken telt met meer dan 100000 verzen.
Veel blijkt echter latere interpolatie, zodat de huidige vorm van het werk dateert uit de 17de eeuw en toegeschreven wordt aan Amar Singh van Mevar. De taal is archaïsch en het epos weerspiegelt de Rajputische riddertijd.J. Tod vertaalde sommige delen in „Annals of Rajasthan” (2 vol. 1829-1832).