Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CALLANTSOOG

betekenis & definitie

gemeente in de prov. Noord holland, aan de Noordzeekust, telt op 2781 ha (1946) 1012 inw., waarvan de meesten Ned.

Herv. (ruim 15 pct R.K.). De gemeente omvat behalve een smalle, woeste duinstrook, die zich echter ten Z. van het dorp sterk verbreedt (waar ook de ondiepe plas, het aan watervogels rijke Zwanewater ligt), de polder Callantsoog en het zuidelijk deel van de polder Het Koegras, waarvan de bodem uit jong zeezand bestaat, met hier en daar (in het zuidelijk deel van Het Koegras) plekken van zandige jonge zeeklei. De bodem is voor ruim 65 pct als grasland en 30 pct als bouwland in gebruik; de meerderheid van de bevolking vindt werk in de landbouw.Behalve het dorp Callantsoog met (1930) 206 inw., dat uit één rechte, brede straat bestaat, liggen in de gemeente nog de gehuchten Abbestee en Groote Keten. Het dorp Callantsoog en omgeving vormde in de middeleeuwen een eiland tussen Noordzee en Zijpe en was destijds in bezit van de Heren van Brederode. Het oude dorp Callinge op 't Oghe (eiland) werd bij de Allerheiligenvloed van 1570 verwoest. Eerst daarna is het tegenwoordige dorp Callantsoog ontstaan.

Op 27 Aug. 1799 landden hier de Engelsen en Russen.