Cadmium is in al zijn verbindingen tweewaardig en ze hebben met uitzonderingen van het sulfide geringe technische betekenis. De zouten hebben in oplossing een metaalachtige smaak en verwekken braken.
Cadmium is giftiger dan zink.
Cadmiumoxyde, CdO is een bruin poeder, dat ontstaat door verhitten van het metaal aan de lucht of door gloeien van het carbonaat of het hydroxyde. Het is bij hoge temperatuur vluchtig zonder te smelten. In water is het onoplosbaar. Het vindt toepassing in alcalische accumulatoren van het Edison-type.
Er is ook een sub-oxyde.
Cadmiumhydroxyde is in water vrijwel onoplosbaar. Het is een wit poeder. Het ontstaat door het toevoegen van loog aan een oplossing van een cadmiumzout. In tegenstelling tot zinkhydroxyde (en ook tinhydroxyde) lost het niet op in overmaat loog.
Cadmiumchloride, CdCl2.2H20 wordt als toevoeging aan galvanische baden gebruikt; het is zeer goed in water oplosbaar, evenals het bromide, dat in de fotografie een geringe toepassing vond. Het jod.de is nog sterker dan het bromide ook oplosbaar in alkohol. De cadmiumhalogeniden vormen talrijke complexverbindingen, o.a. met alcali-halogeniden maar ook met zichzelf, zodat in geconcentreerde cadmiumjodide-oplossingen het metaal zich naar de positieve pool beweegt bij electrolyse (CdJ4-ionen).
Cadmiumnitraat is hygroscopisch en zeer goed oplosbaar.
Cadmiumsulfaat CdS04 8/3 H2O is het meest gebruikelijke cadmiumzout. Het wordt verkregen door het metaal op te lossen in zwavelzuur met wat salpeterzuur en indampen van de oplossing. Het zout is, zoals de andere bovengenoemde, kleurloos en goed oplosbaar in water, maar niet in alkohol. Het dient voor de galvanische bedekking, voor het Weslonelement en voor de bereiding van cadmiumgeel.
Cadmiumwolframaat dient voor het maken van fluorescerende schermen voor Röntgenstralen.
Cadmiumsulfide is de enige technisch belangrijke verbinding (cadmiumgeel). Het is een zeer waardevol fraai geel pigment, dat echter ook kostbaar is, zodat het vooral voor de kunstschilder in aanmerking komt; daarnaast ook bij de kunst- en steendruk. Het wordt verkregen door de oplossing van een cadmiumzout met zwavelwaterstof of natriumsulfide te behandelen. Al naar gelang het neerslag in neutrale, zwak of sterker zure oplossing wordt verkregen is de kleur tussen citroengeel en oranje.
Langs de droge weg, bereid uit carbonaat of oxyde en zwavel, is het donkerder. Met Berlijns blauw levert het cadmiumgroen. Cadmopone zijn rode pigmenten, analoog aan lithopone (z zink). Cadmiumrood is een gemengd. cadmiumselenide en -sulfide.
Wegens de hoge prijs komen de cadmiumpigmenten vaak voor vermengd met zinkpigmenten. Met lood- of koperpigmenten bestaat kans op verkleuring door de vorming van de overeenkomstige sulfiden.
Cadmiumresinaat, uit cadmiumzouten en harszeep, wordt gebruikt voor het verkrijgen van „luster” op aardewerk.
PROF. DR J.A.A. KETELAAR
Lit.: Ullmann, Enz. techn. Chemie II, 2. Aufl., 721 (1929); Thorpe’s Dict. of appl. Chemistry, 4Ü1 ed., II, 190 (1938).