Volgens art. 431 van het Ned. Wetb. v.
Str. wordt met een geldboete van ten hoogste vijftien gulden gestraft hij, die rumoer of burengerucht verwekt, waardoor de nachtrust kan worden verstoord. Deze handelingen dragen een baldadig karakter (H.R. 11 Mrt 1929, Ned. Jurispr. 1929, blz. 787), dus bijv. gedruis door een schoenmaker in de uitoefening van zijn bedrijf veroorzaakt is niet als rumoer of burengerucht aan te merken. Ook hij, die in zijn huis een bal of concert geeft, is niet strafbaar wegens burengerucht.
Het verschil tussen rumoer en burengerucht bestaat hierin, dat rumoer de rust der naaste buren verstoort en burengerucht die der ganse buurt.