Nederlands schilder, tekenaar en etser (Delft 24 Dec. 1595 - ald. begr. 10 Febr. 1674), reisde in 1614 over Frankrijk naar Italië, waar hij eerst enige jaren te Rome verbleef en vervolgens o.a. Venetië bezocht.
In 1628 was hij te Delft teruggekeerd, waar hij verschillende grote decoratieve werken uitvoerde. In het Prinsenhof is nog van hem bewaard gebleven een plafondschildering met de Hemelvaart van Christus. Ook in zijn kabinetstukken volgde hij de Italianen na. Het Rijksmuseum bezit van zijn hand o.a. een Verloochening van Petrus, gedateerd 1642. Zijn werk is vaak levendig en fantastisch, maar over het algemeen niet diep. Bramer volgde de mode van zijn tijd.Lit.: L. Bramers Zeichnungen zum Tyl Uienspiegel, hrsg. von E. W. Bredt (Leipzig 1924).