Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Brachiopoda

betekenis & definitie

of Armpotigen, vroeger vaak met andere groepen van dieren verenigd (met de Bryozoa of mosdiertjes te zamen noemde men ze Molluscoidea), kunnen tegenwoordig het best als een eigen hoofdafdeling van het dierenrijk worden opgevat. Het zijn vastzittende zeedieren met een tweekleppige schelp.

Deze schelp bestaat echter niet, zoals bij de mosselachtige dieren, uit een linker- en rechterhelft, maar de Brachiopoden hebben een dorsale of rug- en een ventrale of buikschelp. Bij een deel van de Brachiopoden, de Ecardines, zijn de twee schelpen gelijk; bij een ander deel, de Testicardines, is de ventrale schelp groter dan de dorsale. Het levende dier is vastgehecht met een steel, gewoonlijk zo, dat de ventrale kant boven ligt. Bij de Ecardines steekt de steel tussen de twee schelpen door naar buiten, bij de Testicardines doorboort de steel de ventrale schelp. De schelpen worden afgescheiden door de mantel, een plooi van het lichaam. In de mantelholte liggen twee armen, waarvan de uiteinden in een kegelvormige spiraal zijn opgerold.

De armen zijn bedekt met twee rijen van cirren, kleine dunne uitsteeksels, die langs de rand van een groeve staan. Langs deze groeve heeft het transport van het voedsel, dat uit zeer kleine deeltjes bestaat, plaats. Bij de Testicardines is vaak in de armen nog een steunskelet aanwezig.Het darmstelsel is zeer eenvoudig. Na een korte slokdarm volgt de maag, terwijl de endeldarm bij de Testicardines blind eindigt, bij de Ecardines naar buiten uitmondt. In de maag komen de afvoergangen van een midden-darmklier uit, deze klier scheidt de enzymen voor de spijsvertering af.

De steel is door een ligament aan een van de schelpen bevestigd, de schelpen zelf kunnen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de steel door spieren worden bewogen. Het bloedvatenstelsel is zeer eenvoudig, er is een contractiel hart, benevens een paar supplementaire kleinere harten. Er zijn korte bloedvaten, maar verder is het bloedvatenstelsel open, door lacunen komt het bloed weer in het hart terug. Het zenuwstelsel bestaat uit een ringvormig centraal gedeelte, dat om de slokdarm heen ligt. Van dit gedeelte af begeeft zich een aantal zenuwen naar de verschillende organen. Van zintuigen zijn vooral te noemen de tastorganen aan de rand van de mantel.

Als uitscheidingsorganen komen voor een of twee paren buizen, die gebouwd zijn als de overeenkomstige organen van de hogere wormen. De geslachtsorganen zijn eenvoudig van bouw. In de regel zijn de dieren van gescheiden geslacht, sommige geslachten, zoals Lingula zijn hermaphrodiet. De vrijzwemmende larven vertonen enige overeenkomst met die van de wormen.

De meeste Brachiopoden zijn stevig vastgehecht aan rotsen of aan een dergelijk vast substraat. Sommige vormen, zoals Lingula, leven in de modder en in verticale gangen. Hun steel is dan vastgehecht in de modder, terwijl de schelpen tot de vrije rand uit de opening naar buiten steken. Wanneer deze dieren worden verontrust, kunnen zij zich plotseling intrekken in de modder.

In vergelijking met de grote vormenrijkdom van uitgestorven soorten is het aantal levende Brachiopoden gering. De fossiele soorten behoren vaak tot de belangrijkste gidsfossielen. Omdat hun schelpen veelal uit kalkspaat bestaan, bleven zij beter bewaard dan de uit aragoniet bestaande schelpen der Weekdieren. Reeds uit het Cambrium kent men enkele tientallen geslachten, in het Siluur bereiken zij met ca 3000 soorten het hoogtepunt van hun ontwikkeling. Uit het Carboon kent men verschillende zeer grote soorten. In het Tertiair gaat het aantal soorten sterk achteruit en de thans levende Brachiopoden bestaan slechts uit een kleine 200 soorten.

De recente soorten leven in zee, sommige in ondiep water, andere in grotere diepten. Op de Philippijnen wordt Lingula door de inboorlingen gegeten. Enkele geslachten van de Testicardines zijn: Terebratula, Terebratulina, Rhynchonella en Cistella, van de Ecardines Lingula en Crania.

DR H. ENGEL

< >