is de naam van het Belgische nationale lied, het vrijheidslied van Sept. 1830. Het is vervaardigd door Dechet, bijgenaamd Jenneval (Lyon 29 Jan. 1801 - 18 Oct. 1830), een toneelspeler aan de schouwburg te Brussel, die als strijder voor de onafhankelijkheid van België bij Lier sneuvelde.
Ch. Rogier heeft — na Louis Hymans — in 1860 Jenneval’s tekst opnieuw bewerkt. De muziek is van Frans van Campenhout (1779-1848), een componist die in die dagen door symphonieën en opera’s in België achting had verworven. Het martiale rhythme van dit nationale lied is typisch voor een strijdlied uit de traditie van de Franse revolutie.Voor enkele jaren werd door E. Closson een vereenvoudigde Brabançonne-melodie uitgegeven met een nieuwe, kortere, tekst van kapitein Butaye. Deze uitgave werd nooit officieel, doch zij was een poging die tegemoet kwam aan meermolen uitgesproken critiek over de te omslachtige tekstvorm en de kinderlijke aanpassing bij de melismatiek.
De muzikale tekst, zoals hij nog heden wordt gespeeld en gezongen, werd vermoedelijk nooit gewijzigd, doch de figuratieve delen werden op verscheiden manieren bij de tekst aangepast. Een tiental jaren geleden werd door het Belgisch Ministerie, bij de uitgever Ledent, een definitieve melodie uitgegeven, zonder begeleiding.
Lit.: E. Glosson, Pourquoi la Brabançonne n’est pas devenue un chant populaire (La Revue Belge, 15 Sept. 1928).
