bekend Bulgaars dichter (1848-1876), ontving zijn opleiding in Rusland, waar hij op het gymnasium te Odessa reeds vroegtijdig kennis maakte met de werken der revolutionnairen van het midden der eeuw (Bjelenski, Tsjernisjewski e.a.). Later vestigde hij zich te Constantinopel en gaf er een illegaal blad uit, Bulgarije. Hij leerde nu de denkbeelden kennen van Netsjajew en Bakoenin.
Met de eerste had hij veel persoonlijk contact. Bakoenin maakte hem aanhanger van de Panslavische revolutie-idee. Uit die tijd dateren zijn gedichten Tot afscheid en Hij leeft. Na een tijd illegaal in Rusland vertoefd te hebben, keerde hij naar zijn land terug, maar sneuvelde in de bergen bij de Korostjewski-brug in een gevecht met Turks en Tsjerkessisch voetvolk. Botew heeft slechts weinig geschreven (ongeveer 20 gedichten) maar deze behoren tot het beste, wat de Bulgaarse poëzie heeft aan te wijzen.S. VAN PRAAG