Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bos, jan ritzema

betekenis & definitie

(Groningen 1850 - Wageningen 1928), promoveerde in 1874 aan de hogeschool te Groningen op Bijdrage tot de kennis van de Crustacea Hedriophthalmata van Nederland en zijne kusten. In 1905 werd hij benoemd tot hoogleraar te Wageningen en directeur van het in 1906 aldaar geopende Phytopathologisch laboratorium.

Ritzema Bos kan worden genoemd de vader der Phytopathologie in Nederland; aan zijn bemoeienis was ook te danken de oprichting van de Plantenziektenkundige Dienst, welk lichaam zoveel heeft gedaan en nòg doet voor de Nederlandse export van planten en plantendelen, waar het geldt de levering van ziekte- en parasietenvrij plantgoed.

Bibl.: behalve talr. tijdschriftart.: Insektenschade op bouwen weiland (1883); De dierlijke parasieten van den mensch en de huisdieren (1888); Tierische Schädlinge und Nützlinge (1891); Landbouwdierkunde; (met H. Bos) Leerb. d. dierkunde; Zoologie für Landwirte; Ziekten en beschadigingen der landbouwgewassen en der ooftboomen (Geïll. land- en tuinbouwbibl.).

Lit.: T. H. C. Schoevers in Landb.Tijdschr. XL (1928), p.201.

< >