Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Borski, willem (de jonge)

betekenis & definitie

de Jonge, Nederlands financier (Amsterdam 1 Juli 1799 - Elswout, onder Overveen, 1 Jan. 1881), werd student te Leiden in 1812, te Amsterdam in 1814, kreeg verder zijn opleiding in Engeland en werd in 1820 lid der firma Wed. Willem Borski.

Hij bracht deze firma tot grote bloei, werd door koning Willem II zeer gewaardeerd en verschafte dikwijls financiële adviezen aan de regering. Men zegt dat minister Van Hall aan hem zijn opkomst te danken had. Hij telde zijn relaties in de hoogste buitenlandse kringen; zijn vermogen werd geschat op 50 millioen gulden. In 1850 werd hij lid van de Prov. Staten; in de politiek was hij uiterst conservatief. Als eigenaar van Elswout met zijn enorm grondbezit heerste hij almachtig te Bloemendaal en Overveen.

Na de dood van zijn zoon Willem (1884), eveneens een financier van groot formaat, bleef het nieuwe Elswout onvoltooid; het werd eerst door de Duitsers tijdens de bezetting 1940-1945 afgebouwd. De tegenwoordige Associatie Cassa te Amsterdam (gesticht in 1806) is de voortzetting van het bankierskantoor-Borski.MR H. F. WIJNMAN

Lit.: W. F. von Barnekow-Tindal, Achter de schermen (Amst. 1890/’91); Ned. Patriciaat II (1911); J. S. M. en C. W.

D. Vrijland, De buitenplaatsen Elswout, Duinvliet enz. (1939); W. J. J. C. Bijleveld, Brieven van, aan en over W.

Borski (Leiden 1943); P. Hoekstra, Bloemendaal (Wormerveer 1947).

< >