Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bonnet, georges

betekenis & definitie

Frans staatsman (Bassilac, Dordogne, 23 Juli 1889), zat van 1924 af (met een onderbreking in 1928/’29) in de Kamer voor de radicale partij. In het derde kabinet-Painlevé (Nov. 1925) kreeg hij zijn eerste minister-portefeuille (voor Begrotingswezen).

In het kabinet-Chautemps van Juni 1937-Mrt 1938 had hij weer zitting.Daladier nam hem in Apr. 1938 als zijn minister van Buitenlandse Zaken. Een nieuwe politiek werd ingeluid, losser van de Volkenbond en van de traditionele bondgenootschappen in Oost-Europa. Bonnet’s mening was, dat oorlog tot elke prijs voorkomen diende te worden. Ook toen Hitler’s kwade trouw duidelijk gebleken was na de inlijving van Tsjechoslowakije (Mrt 1939) en bij het daarop volgende dreigende optreden tegen Polen, bleef Bonnet hetzelfde standpunt innemen. Zelfs nog na de Duitse inval in Polen, trachtte hij een krachtig optreden te remmen. Enkele dagen later (14 Sept. 1939) werd hij naar het ministerie van Justitie overgeplaatst en een half jaar later trad hij uit de regering.

In 1942 werd hij bestemd tot ambassadeur in Turkije, doch dit ging niet door. Tegen het einde van de oorlog week hij uit naar Zwitserland, waar hij zijn apologie schreef: Défense de la Paix (deel I: De Washington au Quai d’Orsay, 1946; II: Fin d’une Europe, 1947). Vroegere werken van zijn hand zijn: Lettres à un Bourgeois (1914), l’Ame du Soldat, La Philosophie du Droit, Les Finances de la France.

< >