Frans dichter en romancier (in Frans-Zwitserland i Sept. 1887), is een der origineelste en sterkste schrijvers uit de contemporaine Franse letterkunde. Zijn zwerversnatuur voerde hem naar alle wereldstreken, zijn avonturiersbestaan heeft hij op zeer bijzondere wijze in zijn gedichten en romans weten uit te beelden.
Zijn cosmopolitische, naar vorm en inhoud zeer originele gedichten hebben de moderne Franse poëzie sterk beïnvloed. Wereldoorlog I kostte hem een arm, maar inspireerde hem ook tot het schrijnende verhaal J’ai tué (1919), dat ondanks zijn kortheid de vergelijking met boeken als Le Feu van Barbusse kan doorstaan.DR R. WIARDA
Bibl.: Verhalen en romans: L’Or (1925); Moravagine (1926); Le Plan de L’Aiguille (1929); Les Confessions de Dan Yack (1929) ; Rhums (1930) ; Histoires vraies (1938) ; La Vie dangereuse (1938). Poëzie: Séquences (1912); Poèmes élastiques (1919); Le Monde entier (1919), waarin verenigd de drie prozagedichten: Pâques à New-York (1912), La Prose du Transsibérien (1913) et Le Panama ou les Aventures de mes sept oncles (1918) ; Kodak (1924).
Lit.: J. V. Lévesque, Biaise Cendrars (Nouv. Rev.
Critique, 1948).
