Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bismarck-archipel

betekenis & definitie

heet een tot Melanesië behorende halfcirkelvormige groep kleine eilanden, van de oostkust van Nieuw-Guinee gescheiden door de 90 km brede Dampierstraat, tussen 2°-6½° Z.Br. en 148°-155° O.L. van Gr., is ongeveer 47.100 km2 groot en maakt thans deel uit van het Australische mandaatgebied van Nieuw-Guinee, nadat zij door Duitsland moest worden afgestaan.

De eilanden hebben ook hun oorspronkelijke namen teruggekregen: Nieuw-Brittannië, Nieuw-Ierland (deze twee zijn de hoofdeilanden der groep), Admiraliteits-eilanden, Bougainville, Buka, enz. Zij zijn van vulkanische oorsprong en bergachtig (men treft er nog werkende vulkanen aan), vruchtbaar en voor een groot deel met oerwoud bedekt. De plantenwereld heeft hetzelfde karakter als op Nieuw-Guinee; de klappers op de kustgebieden leveren veel kopra voor export. De fauna stemt met die van Nieuw-Caledonië overeen. De bevolking (1946: 115.000) gaat achteruit, doordat het aantal sterfgevallen dat der geboorten sterk overtreft, gedeeltelijk een gevolg van de veelwijverij; de Melanesische kustbewoners zijn meer ontwikkeld dan de Papoese binnenlandse stammen. De laatste doen aan akkerbouw; de eerste ook aan visserij.

Er is een zelfvervaardigd schelpgeld. Het aantal Blanken (1000) en Chinezen (1500) neemt toe. De hoofdstad, Rabaul, ligt op de N.W.-punt van Nieuw-Brittannië.

De eilanden werden door LeMaire en Schouten gezien in 1616; Dampier gaf ze in 1700 voor het eerst een naam. Na 1884 waren ze een Duitse kolonie en wel tot 1899 onder het beheer van de Nieuw-Guinee-Compagnie; daarna werden zij Duits gouvernement. Sedert 1919 — nl. krachtens het vredesverdrag na Wereldoorlog I — staan zij onder Australisch mandaat.

In Wereldoorlog II bezetten de Japanners in Apr. 1941 de eilanden zonder strijd. Zij kregen pas grote strategische betekenis toen het Japanse offensief in de Pacific tot staan was gebracht en de Geallieerden tot de tegenaanval overgingen. Toen werd in de Z.W.-Pacific Rabaul de basis der Japanse verdediging. De positie van Rabaul was zeer gunstig. Het werd gedekt door het er tegenoverliggende Nieuw-Ierland, terwijl de verbindingen naar het W. werden gedekt door de Admiraliteits-eilanden.

Op 13 Dec. 1943 landden de Amerikanen op Nieuw-Brittannië en wel bij Kaap Merkus in het Z. en bij Kaap Glocester in het uiterste W. van het eiland. De landingspunten waren dus zeer ver verwijderd van de zwaar versterkte basis Rabaul. Maar juist daarom slaagden deze verrassende landingen volkomen. Spoedig hadden de beide geallieerde landingsgroepen zich verenigd en rukten zij op in de richting van Rabaul, dat zij echter niet aanvielen. Maar door de bezetting der Admiraliteits-eilanden op 6 Mrt 1944 werd de ring om Rabaul geheel gesloten en verloor het zijn betekenis als basis voor de Japanse strijdkrachten. Het garnizoen van Rabaul bleef— zonder eigenlijk te worden aangevallen — standhouden tot de capitulatie van Japan op 14 Aug. 1945.

< >