(1) is de naam van een vroeger aan de vrijstaat Oldenburg behorend, maar afzonderlijk gelegen landschap, dat geheel door de Pruisische Rijnprovincie ingesloten werd en een oppervlakte van 503 km2 besloeg. Het land wordt door het Hochwald en het Idarwald doorsneden en in het Z.O. gedeelte door de Nahe doorstroomd.
In weerwil van de bergachtige gesteldheid van de bodem zijn landbouw en veehouderij hoofdbestaansmiddel; aan de oevers der Nahe wordt fruit gekweekt. Loofbossen beslaan een aanzienlijk gedeelte van het land. De mijnbouw levert o.a. ijzer en dakleien. De industrie omvat vooral agaatslijperij en de fabricage van onechte bijouterieën in het district Oberstein en wel in de plaats Idar-Oberstein (1939: 26.001 inw.). De bevolking is voor ong. 1/5 R.K.Het vroegere vorstendom Birkenfeld bestond uit de heerlijkheid Oberstein en het graafschap Sponheim. Sedert 1569 voerde een tak van de graven van Palts-Zweibrücken, die tot 1733 in Birkenfeld resideerde, de naam Birkenfeld. In 1776 kwam het land aan Baden, in 1801 aan Frankrijk en in 1817 aan Oldenburg.
(2) is de hoofdplaats van het gelijknamige landschap, ligt op 381 m hoogte aan de spoorweg Birkenfeld-Neubrück en telt (1939) 4156 meest Prot. inw. Hoofdbestaansmiddel zijn enige industrieën van plaatselijke omvang. Vlakbij ligt op een berg de oude burcht Birkenfeld, eens de residentie van de hertogen van de Palts-Zweibrücken-Birkenfeld. De plaats Birkenfeld wordt reeds in de 10de eeuw vermeld.