of Somerseilanden heet een groep van ruim 360 stuks koraaleilanden, gelegen in de Atlantische Oceaan op 32°2o' N.Br. en 64°51' W.L.v.Gr., en bestaande uit kleine, tot 80 m hoge, grillig uitgesleten eilanden en klippen, welke te zamen een oppervlakte van 50 km2 beslaan. Onderzeese veenlagen en druipsteengrotten wijzen er op, dat zich hier vroeger een samenhangend groter en hoger eiland bevond, vermoedelijk op de top van een uitgedoofde onderzeese vulkaan, welke overal door grote diepten, tot 4000 m, omgeven is.
De Bermuda’s zijn opgebouwd uit poreuze, zandige kalkgesteenten, welke op de kusten met een slechts dunne laag levende koralen zijn bekleed (het noordelijkste punt, waarop levende rifkoralen in de Atlantische Oceaan voorkomen). Zij zijn alleen in de dalen met een vruchtbare bodemlaag bedekt; op de hogere gedeelten is de grond zandig en dor.Bronnen ontbreken vrijwel; men is er geheel op regenwater aangewezen. Het klimaat is zacht en gezond; ’s winters daalt de thermometer niet beneden 7 gr. C. en ’s zomers stijgt het kwik niet boven 33 gr. In de nazomer komen er echter veel onweders en hevige orkanen voor. Lichte aardschokken zijn niet zeldzaam. De flora en fauna zijn arm aan soorten en grotendeels uit West-Indië en Noord-Amerika afkomstig; de van elders ingevoerde konings- en kokospalmen, alsmede sinaasappelen en oleanders gedijen er echter goed.
Tussen de eilandjes liggen zeestraten en baaien met nauwe toegangen, welke goede ankerplaatsen bieden. Het grootste eiland, Mainland of Bermuda, in het centrum van de archipel, meet 39 km2; het heeft een langgerekte vorm en toont door onregelmatige omtrek en de insluiting van lagunen (Harrington Sound) nog duidelijk zijn ontstaan uit een rif. Hierop ligt de hoofdstad Hamilton, zetel van den gouverneur, met ruim 3000 inw. Ten N.O. van Main Island de eilanden St George (2,8 km2) en St David (2,1 km2), in het W. Ireland (0,5 km2). Deze eilanden zijn onderling of met Mainland verbonden, te zamen twee grote lagunen omsluitend, nl. Great and Little Sound in het Z.W. en Gastle Harbour in het N.O.
De Bermuda’s vormen een hoogst belangrijke basis voor de Engelse marine in de beheersing van de scheepvaartroute naar Noord-Amerika en West-Indië. Te verwonderen is het dan ook niet dat in 1940 de V.S. de toestemming van Engeland verkregen er steunpunten te vestigen voor luchtmacht en vloot. Krachtens accoord van 25 Aug. 1940 werden in Jan. 1941 de eilanden Tucker en Morgan, in de Great Sound, voor 99 jaren aan de V.S., als basis voor vliegboten afgestaan, een en ander na verkregen goedkeuring van de volksvertegenwoordiging der eilanden en in het kader der Engels-Amerikaanse regeling, waarbij Engeland 50 Am. duikbootjagers ter beschikking kreeg, welke het nodig had in de strijd tegen de Duitse onderzeeërs.
Het aantal bewoners van de Archipel bedroeg op 31 Dec. 1945: 34 435, waarvan iets minder dan de helft blanken en voor het overige negers en kleurlingen. Het geboortecijfer bedroeg in 1945: 24,2 per 1000 voor de totale bevolking; voor het blanke en het gekleurde deel 15,3 resp. 29,4. De sterfte bedroeg 11,4 per 1000; voor de blanken 9,8, voor het andere deel 11,2. Het onderwijs is verplicht van 7-13 jaar; er waren in 1945: 26 scholen, welke van overheidswege gesubsidieerd werden, met 5315 leerlingen.
De bebouwde oppervlakte bedraagt slechts 627 ha; het agrarisch productieproces manifesteert zich in de vorm van tuinbouw. De voornaamste producten zijn bananen, aardappelen, bollen (lelies) en verschillende soorten groenten. Het grootste deel hiervan wordt door de binnenlandse markt opgenomen. Voor Wereldoorlog II werd naar Canada en West-Indië een klein overschot aan aardappelen, tomaten en groenten uitgevoerd. Toen dit door de omstandigheden niet meer mogelijk was, heeft men getracht door de bouw van een koelhuis en een conservenfabriek in de jaren 19421944 de moeilijkheden te ondervangen. Tot aan het begin van de 19de eeuw was de citrusteelt het voornaamste middel van bestaan; toen richtten ziekten deze teelt te gronde.
Een andere cultuur, die van lelies, heeft zich echter weten te handhaven en gaf aanleiding tot het ontstaan van een kleine parfumerie-industrie. De rond de archipel uitgeoefende visserij, zomede de exploitatie van de op de eilanden aanwezige cederbossen, zijn in hoofdzaak op de locale behoeften ingesteld.
Het gunstige klimaat was oorzaak, dat in de vooroorlogse jaren de archipel zich mocht verheugen in een constant wassende stroom van toeristen, vooral uit de V.S. afkomstig. Gemiddeld werden jaarlijks meer dan 80 000 bezoekers geregistreerd. De Bermuda’s telden dan ook een groot aantal hotels met ruim 3500 bedden. Het uitbreken van Wereldoorlog II deed deze hoofdbron van inkomsten opdrogen, doch de aanleg van de Amerikaanse steunpunten verschafte vele handen werk.
De vreemdelingenindustrie weerspiegelt zich in de in- en uitvoer, die duidelijk het overheersend consumptieve karakter van dit gebied doen uitkomen.
1939 1941 1943 1945
in £ in £ in£ in £
Invoer 1 751 535 2 422 106 2 581 756 2 444 472
Uitvoer 115 656 125 000 158 553 142 920
In 1945 werden vnl. geïmporteerd voedingsmiddelen, kleding, brandstof, benodigdheden voor de landbouw, alkoholische dranken, bouwmaterialen. Landen van herkomst: V.S. {£ 1 601 789), Canada (£ 599 113) en Engeland {£ 163 591). De verbindingen overzee worden in hoofdzaak door Engelse schepen onderhouden; in- en uitgaande tonnage in laatstgenoemd jaar 396 062 ton, waarvan 352 849 ton onder Engelse vlag.
De Bermuda spoorwegmaatschappij, exploiterende 40 km smalspoor tussen Somerset, Hamilton en St Georges, werd op 27 Jan. 1946 door het gouvernement genaast. Aan landwegen heeft men een net van 160 km lengte. Paard en wagen, maar vooral het rijwiel, zijn de vervoermiddelen; in 1943 telden de eilanden een fiets op iedere 1,7 inw. De archipel is door telegraafkabels verbonden met Halifax, Nieuw-Schotland, de Turkseilanden en Jamaica. Luchtlijnen doen de Bermuda’s regelmatig aan. Vooral in de eerste jaren van de ontwikkeling van het luchtverkeer over het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan vormde deze eilandengroep een waardevol steunpunt in de route van Portugal naar Noord-Amerika. Evenzeer een luchtbasis van de eerste orde bij de bestrijding van het duikbotengevaar in Wereldoorlog II.
De eerste Europeanen, die de eilanden in 1505 bezochten waren Spanjaarden. De archipel was echter reeds in 1502 verkend door den Spanjaard Juan de Bermudez en wegens de orkanen die er woedden, met de naam Los Diabolos bestempeld. Kolonisten trokken echter niet naar de Bermuda’s en deze bleven onbewoond, totdat in 1609 de Engelsman Sir George Somers er schipbreuk leed. Hij en andere Engelse landverhuizers, die op weg waren naar Virginië, besloten er te blijven, waartoe een compagnie werd gesticht voor „the Plantation of the Somers’ Islands”. In 1684 werden de eilanden een Engelse kolonie en zij zijn dit ten huidigen dage gebleven, zonder dat ooit Spanje aanspraken daarop heeft doen gelden.
Het bestuur wordt uitgeoefend door een gouverneur, bijgestaan door een Uitvoerende Raad van 7 leden, een Wetgevende Raad van 9 leden en een Kamer van Afgevaardigden van 36 leden. Mannen zowel als vrouwen zijn kiesgerechtigd.
H. A. BOMER
Lit.: Cole, Bermuda (etc.) Bibliography (Boston 1907); W. B. Hayward, Bermuda, Past and Present (London 1923); H. Wilkinson, Adventures of Bermuda, Oxford U.Pr. (1933); The Standard Yearbook of the Bermudas (1933); H. Strode, Story of Bermuda (London 1935).