Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Beg

betekenis & definitie

is een Oudturkse waardigheid, die een vorst of prins aanduidt, maar in rang lager is dan die van Chagan of Chan. In verschillende TurksMohammedaanse staatsvormingen in de geschiedenis van Azië dragen aanzienlijke personen deze titel, die soms voorkomt in de vorm Bi of Baj (vgl. ook de naam van den Mamloekensultan Barsbaj).

In het Westturkse dialect van het Osmaanse rijk wordt de titel Bey uitgesproken (zo ook geschreven in het moderne Turks-Latijnse letterschrift). In de loop der Osmaans-Turkse historie is de betekenis van het woord Bey verzwakt. Tot in het begin der 19de eeuw kwam de titel toe aan de zoons van Pasja’s; daarna werd het een aan tot hogere maatschappelijke klassen behorende personen gegeven titel, waarnaast Efendi* als een titel van mindere distinctie gebruikt werd. Allengs kwam Bey (steeds achter de naam gevoegd) ongeveer overeen met het gebruik van het Nederlandse „mijnheer”. Het woord Bey duidt in geografische namen de betrekking tot een vroegeren machthebber aan, zoals Bey Bazar in KleinAzië en Bey-Ogloe, de Turkse naam van Pera. In het nieuwe Turkije is de eveneens met beg samenhangende titel bay ingevoerd, eveneens in de zin van „mijnheer” of „Mr”, maar — eigenlijk in strijd met het Turkse taalkarakter — vóór de naam gevoegd.Van Beg is ook afgeleid de aan aanzienlijke vrouwen gegeven titel Begam of Begum, welke sedert de tijd van het rijk der Groot-Mogols in Indië gebruikelijk is.

< >