(Aramees; etymologische verklaring is onzeker; Bar-Rabban of Bar-Rabba, zoon van den leermeester, is onwaarschijnlijk; gewoonlijk Bar-Aba of beter Bar-Abba, zoon van Abba), naam van den opstandeling, dien Pilatus tegen Jezus wilde uitspelen, maar dien hij moest vrijlaten op aandringen van het volk, dat de doodstraf eiste tegen Jezus: Mare. 15 : 6 v.; Matth. 27 : 16; Luc. 23 : 18; Joh. 18 : 40. Volgens Matth., Marc., Hand., was Barabbas een berucht moordenaar; volgens Joh. veeleer een rover (lêstês).
Pickl (Messiaskönig Jesu, 2de dr., Munich 1935) vat lêstês op als politiek misdadiger, die bij een nationale opstand om het leven zou zijn gekomen. Origenes beweert in evangelie-handschriften de naam gelezen te hebben als „Jezus Barabbas”. Een paar moderne auteurs, eerst S. Reinach en na hem A. Loisy, hebben beproefd een verband te leggen tussen den Barabbas der Evangeliën en een personage met name Karabas, uit Alexandrië, waarvan Philo gewaagt (Contra Flacc., Cl). Zij verbinden aldus het evangelisch verhaal met een Alexandrijnse maskerade en, indirect, met het heidens feest der Saceeën of der Saturnaliën. Deze gissing, die weinig bijval vond, mist alle grond.PROF. DR J. COPPENS