is een van die spelen (in Engeland ontstaan en naar Nederland overgebracht), waarbij het de bedoeling is een bal zodanig over een net en binnen een bepaald speelvlak te slaan, dat de tegenpartij die bal niet over het net kan terugslaan. Van dit type spelen is „lawn tennis” („lawn” omdat het op gras ontstaan is en omdat er nog een ander tennis is, met andere regels) het meest bekende.
Badminton heeft uiterlijk veel gemeen met tennis, doch er zijn belangrijke verschillen, zodat het een geheel ander spel is.Badminton wordt vrijwel uitsluitend binnen gespeeld. Alleen in Indië wordt het vnl. buiten beoefend, hetgeen daar wegens weinig wind mogelijk is. Het veld is ruim 13 m bij 6 m groot, dus ongeveer een kwart van een tennisveld. In het midden is er een net van 1 J m hoogte, belangrijk hoger dan bij tennis. Het wordt, zowel door dames als door heren, een-tegen-een of twee-tegen-twee gespeeld, met lichte, veerkrachtige rackets, en met een bijzondere „pluimbal” („shuttle”), bestaande uit een half boÜetje van kurk van ca 3 cm doorsnede, waarop 14 ganzeveertjes zijn ingeplant. Dit geeft de pluimbal natuurlijk een geheel ander traject dan een ronde, gladde bal krijgt wanneer er tegen geslagen wordt.
Voorts moet de pluimbal, die immers niet stuit als hij op de grond komt, geslagen worden vóórdat hij de grond raakt. Het spel wordt dus geheel „in de vlucht” gespeeld met „volley”, „lob” (een slag die de pluimbal hoog naar boven doet gaan), „smash” (waarbij de bal hard naar beneden wordt geslagen). Dit slaanin-de-vlucht maakt het spel, wanneer het goed gespeeld wordt, zéér snel. Het eist vaardigheid, goede techniek en geeft een uitstekende lichaamsinspanning en lichaams-oefening. Bij goed spel geven niet alleen vaart en kracht de doorslag, doch in niet geringe mate de zachte en zuivere slagen welke de bal, zelfs als hij vliegend aankomt, zo terugspelen dat hij op een dm achter het net daalt („dropshot”). Daar het net niet mag worden aangeraakt is het terugspelen dan zeer moeilijk, zo niet onmogelijk.
De naam houdt verband met de zetel van den hertog van Beaufort in Gloucestershire, waar het voor het eerst, in 1873, in Engeland werd gespeeld.
Het spel is in enkele landen zéér in trek: Engeland, Canada, Denemarken. In andere landen is er weinig belangstelling voor. In het district Londen van de Engelse Badminton Bond spelen meer dan 1000 ploegen in een competitie. Te Kopenhagen zijn meer dan 10 000 spelers. Er bestaan vier speciale hallen met verscheidene banen. In Nederland is er omstreeks 1930-1935 een vleug van belangstelling geweest, met bezoek van bekende spelers, doch opgang heeft het spel hier nog niet gemaakt, vnl. door gemis aan goede spelgelegenheid.
H. J. LOOMAN