is het verschijnsel, dat dieren als reactie op bepaalde prikkels, organen of lichaamsdelen spontaan kunnen afstoten. In het algemeen mag men hier een middel in zien om aan een aanval te ontkomen.
Verloren gegane delen kunnen later door regeneratie opnieuw gevormd worden. De autotomie vindt meestal op vaste punten plaats, die dan door een bijzondere bouw gekenmerkt zijn. Voornamelijk komt dit verschijnsel bij ongewervelde dieren voor, bijv. hooiwagens en krabben. In deze laatste groep is dicht bij de basis van de looppoten een breukplaats aanwezig, waar het huidskelet onderbroken is. De contractie van een bijzondere breukspier heeft hier het afbreken van de poot tot gevolg. Onder de gewervelde dieren vindt men autotomie bij vele hagedissen, die het vermogen bezitten de staart te laten afbreken. De breukplaatsen zitten hier midden in de wervels.