is een vat, dat volkomen gesloten kan worden en sterke wanden bezit, zodat zich daarin chemische reacties bij hoge temperaturen en drukken kunnen voltrekken. Het prototype is een toestel gemaakt door Denis Papin in 1681, waarin beenderen en ander dierlijk materiaal met oververhitte stoom werden behandeld om er voedzame bestanddelen aan te onttrekken.
Aan dit toestel bevond zich een veiligheidsklep. Papin wordt beschouwd als de uitvinder van dit belangrijk hulpapparaat. Het toestel van Papin is nog heden bekend onder de naam Papiniaanse pot.Veelal is het van een roerinrichting en een thermometer voorzien. Opdat de wanden niet door de chemicaliën worden aangetast, moet men voor elk geval bepaalde materialen voor het vat gebruiken, als koper, brons, staal, diverse speciale staalsoorten, of men kan de wand van een beschermende laag voorzien, bijv. emailleren.
Men heeft thans laboratoriumautoclaven, die tot een druk van ioo atm. gaan en technische autoclaven die het tot 15 000 atm. brengen. De uitvoering der autoclaven varieert nog al, zodat een uiteenzetting van de voornaamste typen ons hier te ver zou voeren. Daarvoor raadplege men de literatuur.
Lit.: Thorpe’s Dictionary of applied chemistry, 4th ed. (London 1937).