(1 geologie) is een in tegenstelling met allochthoon gebruikte term. In autochthone gesteenten zijn de belangrijkste componenten daar gevormd, waar nu het gesteente gevonden wordt.
Dus is de steenkool in Limburg autochthoon en wel gevormd uit een moerasflora, die millioenen jaren geleden daar groeide. Onder autochthone gesteenten worden in de tektonische geologie gesteenten verstaan, die nu nog liggen, waar zij eens gevormd werden, die dus niet ten gevolge van gebergtevormende bewegingen in horizontale zin verplaatst zijn.(2 volkenkunde) noemt men die volken, welke in een bepaald gebied van de daar thans levende volken als de oudste worden beschouwd. Dat zij daar ter plaatse zouden zijn ontstaan, zoals de term eigenlijk aanduidt, wordt daarbij niet aangenomen, integendeel, men weet in den regel zeer goed dat ook de autochthonen vaak uit andere gebieden afkomstig zijn. De term dient enkel om hen te onderscheiden van meer recente immigranten.