Fins biochemicus (Helsinki 15 Jan. 1895), studeerde scheikunde te Helsinki, Zürich, Münster en Stockholm. Nadat hij eerst directeur was geweest van een botercontrole-station, werd hij in 1924 docent en in 1931 hoogleraar in de biochemie aan de Technische Hogeschool te Helsinki.
Hij heeft zeer vele belangrijke onderzoekingen verricht. Zo ontdekte hij de phosphorylering bij de melkzure gisting. Vooral heeft hij op microbiologisch gebied gewerkt, in het bijz. met betrekking tot de zuivelbereiding en de landbouw (knolletjesbacteriën, zuurgraad van de bodem). Meer algemene bekendheid heeft hij zich verworven met zijn onderzoekingen over het conserveren van groenvoer (silage, kuilvoer) door toevoeging van mineraalzuur. Zijn vinding (1929), het A.I.V. zuur (aldus algemeen aangeduid met zijn initialen), is een mengsel van 70 pct zoutzuur, en 30 pct zwavelzuur; het wordt ook in Nederland veelvuldig toegepast, hoewel toch wel gebleken is, dat er enkele nadelen aan verbonden zijn. In 1945 werd hem de Nobelprijs voor scheikunde toegekend.PROF. DR J. A. A. KETELAAR.
