Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARROWROOT

betekenis & definitie

is de naam voor zetmeelsoorten, die vooral gewonnen worden uit de wortelstokken van Maranta arundinacea L., een tot de fam. der Marantaceae behorende plant, welke thuishoort in Zuid-Amerika en tegenwoordig overal in de tropen wordt gekweekt, vooral in West-Indië, Jamaica, de Bermuda-eilanden, St.Vincent en Natal.

Het zetmeel komt onder die speciale namen in de handel. De plant is een overblijvend gewas, dat wel een meter hoog wordt, met eigenaardige, scheve, vaak bont gevlekte bladeren en kleine, asymmetrische bloemen; wordt vaak in warme kassen als sierplant gekweekt.

Men wint het zetmeel uit de wortelstokken, nadat deze eerst zorgvuldig zijn geschild, omdat in de schors een harsachtige stof voorkomt, die anders het meel kleurt en er een onaangename geur aan meedeelt. Het arrowrootmeel onderscheidt zich juist van andere zetmeelsoorten, doordat het in water volkomen reukeloos blijft; zelfs geringe bijmenging van ander zetmeel wordt daardoor kenbaar. De bereiding van het zetmeel geschiedt met zeer veel zorg en daaraan dankt het waarschijnlijk zijn goede eigenschappen, vooral dat van Bermuda, dat een bijna 2 maal zo hoge prijs opbrengt als dat van St-Vincent. Arrowrootzetmeel reageert noch zuur noch alkalisch, zwelt in water van 66 gr. C., verstijfselt bij 70 gr. C.

Met kokend water krijgt men een zeer licht verteerbare pap, een uitstekend voedsel voor zwakken en herstellenden; het grootste deel wordt echter in de chocoladefabricage gebruikt. Uit Oost-Indië heeft practisch nooit uitvoer plaats gehad. In de wereldbehoefte wordt bijna geheel voorzien door St-Vincent, dat omstreeks 1940 per jaar ongeveer 3 000 ton vooral naar de V.S. en naar Engeland uitvoerde.



Queensland-arrowroot
wordt in Australië op grote schaal bereid uit de wortelstokken van een tot de fam. der Cannaceae behorende plant, de Cannaedulis Ker., een Cannaceae uit tropisch en subtropisch Amerika, die daar een 4 maal zo grote opbrengst aan wortelstokken met een hoger zetmeelgehalte geeft dan Maranta. De plant eist in tegenstelling met Maranta, die op lichte doorlaatbare grond moet worden gekweekt, een zware, voedzame bodem. Het zetmeel is nog lichter verteerbaar dan het Westindisch arrowroot. Onder de namen Bombay-, Malabar-, Tellichery en Oostindisch arrowroot komt het zetmeel van verschillende tot de fam. der Zingiberaceae of Gemberachtigen behorende soorten van het geslacht Curcuma in de handel. Het zijn vooral de soorten C. angustifolia Roxb., C. leucorrhiza Roxb. en C. rubescens Roxb. Ook dit zetmeel wordt zeker niet uit Oost-Indië uitgevoerd, het heeft daar alleen plaatselijk betekenis als licht verteerbaar voedsel. Tahiti-arrowroot is afkomstig van Tacca pinnatifida Forst., een tot de kleine fam. der Taccaceae, nauw verwant met de fam. der Amaryllidaceae (Narcisachtigen), behorende plant, afkomstig van de eilanden in de Indische en de Stille Oceaan, vooral van Fidji, Samoa, en de Nieuwe Hebrideneilanden.

Elders wordt de plant ook aangekweekt,, maar ze schijnt het beste in kuststreken te groeien. Het zetmeel zit ook hier in ondergrondse stengeldelen en wel tot 25-28 pct van het gewicht; in sommige streken worden de knollen wel 1 kg zwaar. Japanse arrowroot is afkomstig van een Papilionacea (Vlinderbloemige) Pachyrhizus angulatus Rich, waarvan men de knollen voor de zetmeelwinning gebruikt (z zetmeel).

DR A. KLEINHOONTE.

< >