Duits schrijver (Breslau 11 Apr. 1888), studeerde te Breslau in de Duitse letteren, en werd nadien leraar. Zijn ervaringen in Rusland leverden de stof voor het merendeel van zijn literaire werken.
Aanvankelijk gold hij voor een der begaafdste romanschrijvers van het expressionnisme; later schilderde hij met voorliefde de wereld van het kind, van de jeugdbeweging en van de school.Bibl.: Ararat (toekomstroman over Rusland, 1920); Die Bärin (jeugdbewegingsschetsen, 1922); Barbaren (1925); Christine Munk (1926); Aufruhr der Kinder (1928); Worbs (etappeverhalen, 1930); Boykott (schoolnoveilen, 1930); Eroberer (Hollandse walvisvaarders op Spitsbergen, 1934); Der wunderbare Sommer (huwelijksroman, 1939); Der Gaukler von London (over Daniel Defoe, 1938); Die Braut des Berühmten (over Lenau, 1942).
