Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARENBERG

betekenis & definitie

of Aremberg, naam van een beroemde adellijke familie uit Duitsland, wier stamgoed de heerlijkheid (gelegen niet ver van de Ahr, aan de voet van de basaltkegel Arenberg, waarop zich het stamslot bevond) en toekomstig hertogdom Arenberg was. In de loop der geschiedenis verwierf zij talrijke bezittingen in vele Westeuropese landen.

De eerste heer van Arenberg, wiens naam de geschiedenis heeft bewaard, is Hendrik II. Hij komt voor in een akte van 1166 en draagt de titel van burggraaf van Keulen, die tot 1279 op zijn opvolgers zal overgaan. Van dezen stamvader af is het mogelijk, een nauwkeurige afstamming op te stellen. De geschiedenis der Van Arenbergs kan men in drie perioden verdelen: 1. de heren van Arenberg uit het eerste stamhuis tot 1354;
2. hun opvolgers, de heren v. d. Marck, die op elkaar de heerlijkheid en de naam van Arenberg overbrachten;
3. het vorstelijk en hertogelijk Huis van Arenberg, dat in 1547 zijn oorsprong vond en zich tot op heden heeft voortgeplant.

In 1299 huwde Mathilde, de enige erfgename van Jan van Arenberg, met graaf Engelbert II v. d. Marck, uit een beroemd Huis uit Westfalen, en stichtte aldus het tweede stamhuis der familie. De graven v. d. Marck en van Arenberg hadden belangrijke betekenis in de geschiedenis van de bisdommen Luik en Keulen. In 1544 stierf graaf Robert III zonder nakomelingen. Zijn erfenis ging over op zijn oudste zuster, Margaretha v. d.

Marck, die in 1547 met Jan de Ligne, baron van Barbançon, uit Henegouwen, trouwde. Uit dit huwelijk, waarvan het contract bepaalde dat kinderen en nakomelingen naam en wapen der Van Arenbergs moesten dragen, stamt het huidige Huis van Arenberg. In 1549 ontvingen de heren van Arenberg van keizer Karel V de titel van rijksgraaf en in 1576 van keizer Maximiliaan II die van rijksvorst met alle daaraan verbonden rechten. In 1612 verkreeg Karel van Arenberg voor zijn familie, wegens zijn huwelijk met Anne van Croy, de rijke nalatenschap van Karel van Croy, zijn schoonbroeder, die zonder kinderen was overleden, nl. het hertogdom Aarschot met de titel van Grande eerste klasse van Spanje. In 1644 verhief keizer Ferdinand III de vorst-graven van Arenberg tot de stand van rijkshertogen.

Van de 16de eeuw af waren de heren van Arenberg zeer bedrijvig als veldheren, staatslieden, diplomaten en stadhouders in de Zuidelijke Nederlanden, vooral in de gewesten Namen en Henegouwen. In de 18de eeuw waren hun macht en aanzien bijzonder groot. Na de Franse revolutie en de veroveringen der Franse legers werden in 1801 ten gevolge van het verdrag van Lunéville de bezittingen der hertogen van Arenberg op de linkeroever van de Rijn en met name het aloude hertogdom van Arenberg door de Fransen in beslag genomen. Ter schadeloosstelling werd voor hen in 1803 een nieuw hertogdom op de rechter-Rijnoever gesticht, bestaande uit het graafschap Recklinghausen en het baljuwschap Meppen. Het Verdrag van Wenen in 1815 maakte een einde aan de souvereiniteitsrechten der hertogen van Arenberg. Recklinghausen viel onder het gezag van Pruisen, en Meppen onder dat van Hannover. Nochtans stichtte deze laatste staat in 1826 een nieuw hertogdom Arenberg-Meppen en kende aan den hertog een nieuwe juridische status toe.

Het huidige hoofd van de familie is hertog Engelbert-Marie. De heren van Arenberg hebben zich altijd zeer verdienstelijk gemaakt als beschermers der Schone Kunsten. Op dit gebied zijn hun archieven een belangrijke bron voor de geschiedenis van het artistieke leven in de Nederlanden, vooral vóór 1800. Hun vrijgevigheid uitte zich ook door het stichten en beschermen van talrijke werken voor volkswelzijn, opvoeding en onderwijs. Zij komen voor onder de grootste weldoeners van de Universiteit van Leuven. Blijken van hun genegenheid jegens hun Rooms-Katholiek geloof zijn de oprichting, in 1215, door Everard van Arenberg, van de Cisterciënser Abdij van Marienstatt en de stichting, na 1606, door Karel van Arenberg, van het beroemde Capucijner klooster te Edingen in België, waar de stichter en vele opvolgers liggen begraven. Het grootste deel van het archief van Arenberg bevindt zich in het Rijksarchief te Brussel.

DR JULES LAMBERT

Bibl.: Over de familie vooral de werken van E. Laloire, archivaris van het huis van A. en vnl.: Généalogie de la maison princière et ducale d'Arenberg (Bruxelles 1940) en Recueil iconographique de la maison d’Arenberg (Bruxelles 1940). A. Kleinschmidt, Gesch. von Arenberg, Salmund-Leyen (Gotha 1912); Père Fr. d’Anvers, La vie religieuse et familiale en Belgique au 17e siècle. Etude sur le P. Charles d’Arenberg, frère-mineur capucin (Paris-Rome 1919); H.

Neu, Das Herzogtum Arenberg (Euskirchen 1938); P. Landelin Hoffmans, Les portraits des d’Arenberg dans les tableaux religieux des 17e et 18e siècles à Enghien (Enghien 1941).

< >