Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

APPENDICITIS

betekenis & definitie

is de ontsteking van het wormvormig aanhangsel van de blindedarm (Lat. appendix = aanhangsel, Gr. itis = ontsteking). De populaire benaming „blindedarmontsteking” is minder juist, want de ontsteking betreft alleen het aanhangsel en niet de blindedarm zelf.

Appendicitis is in den regel een acute ziekte: de verschijnselen ontstaan in korte tijd, worden snel min of meer hevig en leiden — tenzij een doelmatige behandeling wordt ingesteld — dikwijls tot levensgevaarlijke verwikkelingen. Er komen ook lichte aanvallen voor, die spontaan voorbijgaan, doch van tijd tot tijd terugkeren. Dit wordt vaak chronische appendicitis genoemd, maar in de meeste gevallen zou recidiverende acute appendicitis een betere benaming zijn.Ofschoon de acute appendicitis reeds in het begin der 18de eeuw bekend was, gold zij tot omstreeks 1885 als een zeldzame ziekte. Nog geen 20 jaar later was zij de veelvuldigste van alle acute buikaandoeningen en sindsdien is de frequentie zeker niet afgenomen. Volgens sommige onderzoekers is appendicitis bij primitieve volkeren zeldzaam; anderen trekken de juistheid dezer bewering in twijfel. Vaak heeft men verband gezocht tussen raseigenschappen, levenswijze, aard van de voeding enerzijds en de frequentie van acute appendicitis anderzijds; algemeen erkende resultaten heeft dit echter niet opgeleverd. Appendicitis komt op alle leeftijden voor, het meest tussen het 10de en 30ste jaar, zelden bij zuigelingen en ouden van dagen; er is geen verschil in frequentie tussen de beide geslachten.

Voor de ontwikkeling van appendicitis zijn in hoofdzaak twee factoren aansprakelijk:

1. afsluiting van het lumen (obstructie)

en

2. infectie.

Meer en meer is men tot het inzicht gekomen, dat de obstructie gewoonlijk primair is; zij kan ontstaan door zgn. drekstenen (darmstenen, faecolithen, d.z. stevige, soms harde propjes van ingedikte darminhoud), door zwelling van het lymphoide weefsel onder invloed van allerlei prikkels, door vergroeiing, afknikking enz. Er ontstaat dan een afgesloten ruimte, waarin bacteriën (vnl. colibacillen en streptococcen) welig tieren, terwijl de wand dezer ruimte, als gevolg van versterkte slijmsecretie, onder druk komt te staan. In het gunstigste geval volgt nu verweking en uitdrijving van de afsluitende prop, hetgeen kan gepaard gaan met koliekachtige pijn; daarmee is dan de aanval voorbij. Wordt de afsluiting echter niet weldra opgeheven, dan ontstaat door de druk op de wand een belemmering van de bloedstroom, het weefsel wordt slecht gevoed en is dus kwetsbaar, de bacteriën dringen naar binnen en het komt tot ontsteking, die meestal etterig is en waarbij de appendixwand niet zelden overgaat in versterf en rotting (gangraen). Het omgevende buikvlies wordt gewoonlijk al spoedig aangetast (perityphlitis); deze plaatselijke buikvliesontsteking kan leiden tot verkleving van darmlissen en net, door middel van fibrine, tot een vrij vaste massa (appendiculair infiltraat) of tot een afgekapseld absces. Maar het grootste gevaar is, dat de zieke appendixwand doorbreekt (perforatie) voordat zich verklevingen hebben gevormd. Dan verbreidt de etter zich vrij in de buikholte en er ontstaat een algemene etterige buikvliesontsteking (perforatieperitonitis), die een ernstige bedreiging vormt voor het leven.

Een andere zeer ernstige, echter veel zeldzamer verwikkeling is, dat etterdeeltjes langs de bloedvaten worden versleept naar de lever, die dan doorzaaid wordt met abscesjes (foie appendiculaire); dit kan ook geschieden door tussenkomst van een etterige thrombose der poortader (pylephlebitis). Vandaar dat het zo belangrijk is de appendicitis tijdig te herkennen. De verwijdering van het zieke orgaan (appendectomie), uitgevoerd in een vroeg stadium, is een operatie met zeer gering risico, die veel onheil kan voorkomen.

De acute appendicitis geeft aanleiding tot krampachtige pijn, die aanvankelijk meestal in de maagstreek wordt gevoeld en gepaard gaat met misselijkheid en braken. Na enige tijd verandert de pijn van karakter, zij wordt dan meer aanhoudend en zit rechts onder in de buik, welke plaats ook voor aanraking zeer gevoelig is. De polsslag is versneld en vaak is er koorts, hoewel zelden hoog. Bij het onderzoek vindt de arts een aantal kenmerkende verschijnselen, die van belang zijn voor het stellen van de diagnose. Deze is voor een ervaren onderzoeker in den regel niet moeilijk, doch er kunnen zich omstandigheden voordoen, welke de herkenning verre van gemakkelijk maken, bijv. een ongewone ligging van het wormvormig aanhangsel, waardoor de verschijnselen onduidelijk worden. Bovendien kunnen tal van andere ziekten aanleiding geven tot symptomen, die aan appendicitis doen denken.

Hoe vreemd dit ook klinke, zelfs een verwarring met longontsteking behoort, in het bijzonder bij jonge kinderen, tot de mogelijkheden, ofschoon zij door nauwgezet, eventueel herhaald onderzoek is te vermijden. Daar appendicitis gewoonlijk gepaard gaat met een trage stoelgang, komt de patiënt soms in de verleiding op eigen gelegenheid een laxeermiddel te nemen; hier moet met nadruk tegen worden gewaarschuwd, omdat op deze wijze de kans op perforatieperitonitis zeer wordt vergroot.

De enig juiste behandeling van acute appendicitis is operatie, die moet worden uitgevoerd zodra de ziekte is herkend. Dit geldt ook voor lichte aanvallen, die eveneens door perforatie kunnen worden gevolgd en waarbij — zelfs indien zij spontaan teruggaan — toch altijd recidief dreigt, waarvan het beloop niet is te voorzien. Heeft zich eenmaal een groot appendiculaïr infiltraat gevormd, dan is het gunstige tijdstip voor operatie voorbij. Men schrijft nu strenge bedrust voor, geeft een ijsblaas op de buik, verbiedt het gebruik van voedsel en dient zo nodig medicamenten toe om de darm stil te leggen. Het beste wordt de lijder in een chirurgische kliniek verpleegd, waar hij voortdurend onder deskundig toezicht is en waar zo nodig ieder ogenblik tot een operatie kan worden overgegaan. Is daartoe echter geen aanleiding, dan wacht men tot de subjectieve en objectieve verschijnselen verdwenen zijn en neemt dan de appendix weg (operatie à froid). Bij algemene peritonitis moet onverwijld chirurgisch worden ingegrepen.

De hierboven geschetste voorstelling omtrent de ontstaanswijze van acute appendicitis geldt vermoedelijk niet voor alle gevallen. Een primaire beschadiging van het appendixslijmvlies door vreemde voorwerpen (zonder obstructie) kan worden gevolgd door microscopisch aantoonbare ontstekingsreacties; in het bijzonder heeft men dit waargenomen bij de aarsmaden (oxyuren) die, vooral bij jeugdige personen, dikwijls in het appendixslijmvlies worden aangetroffen. Of hierdoor echte appendicitis kan ontstaan, is nog niet met zekerheid uitgemaakt, doch de mogelijkheid verdient ernstige overweging. En, gezien de sterke verbreiding der aarsmaden onder de bevolking is dit een vraagstuk van grote betekenis.

DR H. J. VIERSMA

Lit.: O. Lanz, in L. Wullstein en H. Küttner, Lehrbuch der Chirurgie, Bd I, blz. 574-593 (1923); H. Mondor, Diagnostics urgents, abdomen, 5e dr. (1946); O. H.

Wangensteen, The problem of the vermiform appendix (in S. A. Portis, Diseases of the digestive system, 2de dr. (1944), blz. 525-549); G. W. F. Illingworth en B.

M. Dick, Surgical pathology, 5de dr. (1945), blz. 519 e.v.; J. Schwarz en M. Straub, Oxyures en appendicitis, Ned. T. v. Geneesk. 84, 1627-1635, 1940; E. Hustinx, Aetiologie en pathogenie van appendicitis, ibid. 86, 2840-2846 (1942).

< >