of Obstructiepolitiek noemt men het optreden van een partij of een minderheid in een volksvertegenwoordiging, als zij, door gebruik te maken van wettige middelen, maar dan tot het uiterste doorgevoerd, zoals het herhaaldelijk houden van lange redevoeringen, het doen van voorstellen tegen een aanhangig ontwerp, het vragen van stemmingen enz., het tot stand komen van een wet tracht tegen te houden. Andere, minder gewettigde middelen der obstructiepolitiek zijn lawaai maken gedurende de debatten en het in groten getale wegblijven der leden van de vertegenwoordiging om te zorgen, dat het voor een wet vereiste aantal stemmen niet uitgebracht kan worden.
Het vaderland der obstructie is Engeland (zitting van 12 Mrt 1777). De overwinning kan door de meerderheid alleen worden behaald door volharding, door geduld te oefenen, totdat de obstructionisten physiek uitgeput zijn. Het middel van obstructie kwam veel voor in de Oostenrijkse Rijksraad. In de V.S. spreekt men van Filibuster.