Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Anton Abraham GRÜNBAUM

betekenis & definitie

psycholoog (Odessa 23 Mei 1885 - Amsterdam 10 Jan. 1932), promoveerde te Würzburg (1907), was assistent te Bonn (1913-1916). privaat-docent te Amsterdam (1916), van 1922-1928 leider van het psychologisch laboratorium van de Valeriuskliniek te Amsterdam, en van 1928 af bijzonder hoogleraar in de ontwikkelingspsychologie te Utrecht. Hij hield zich, behalve met experimenteel werk bezig met de „psychologie der wereldbeschouwingen” op het voetspoor van Dilthey*, Scheler* en Jaspers*.

In samenwerking met de psychiater prof. dr L. Bouman* leverde Grünbaum belangrijk werk op het gebied der aphasie en der apraxie en op dat van de pathologische tijdsbeleving.Bibi.: Über den psychologischen Ursprung des Materialismus (1921); Herrschen und Lieben als Grundmotive der phil. Weltanschauungen (1925); Het ik-bewustzijn en de psychische ontwikkeling (1928).

Lit.: G. Heymans, Psychognosis der wereldbeschouwingen in De Gids, 1925, IV; H. J. Pos i. h. Tijdschr. v. Wijsbeg. (1926), p. 305 e.v.

< >